Is het u Word of wordt?

De correcte vervoegingen zijn u wordt en wordt u. U wordt vader. Wordt u vader? U wordt snel moe.

Lees verder

Dienovereenkomstig, hoe schrijf je word ik?

Ik word en word ik zijn allebei zonder t. Als je de ik-vorm van een werkwoord vormt in de tegenwoordige tijd, voeg je geen t toe aan de stam. Het maakt niet uit of het onderwerp ik vóór of achter het werkwoord (de persoonsvorm) staat. Vervolgens, hoe oud word je of wordt? Als je het onderwerp van de zin is én achter de persoonsvorm staat (hier: word), komt er geen t achter de persoonsvorm. Het is ook 'Dan blijf je kampioen' en 'Dan lijk je kampioen. ' Aan blijf en lijk kun je goed horen dat er geen t achter de stam komt. Bij worden is het verschil tussen wordt en word niet te horen.

Men kan zich ook afvragen: wat weerhoud je ervan of wat weerhoudt je?

Er zijn een paar mogelijke antwoorden op deze vraag:
1. Eén reden waarom iemand een bepaald doel niet nastreeft, kan zijn dat hij niet over de nodige vaardigheden of kennis beschikt om dat te doen. Bijvoorbeeld, als iemand dokter wil worden maar niet de cijfers heeft om naar de medische school te gaan, dan is dat wat hem ervan weerhoudt om dokter te worden.
2. Een andere reden waarom iemand een bepaald doel niet nastreeft kan te maken hebben met financiële redenen. Bijvoorbeeld, als iemand een eigen bedrijf wil beginnen maar daar geen geld voor heeft, dan is dat wat hem ervan weerhoudt een eigen bedrijf te beginnen.
3. Een andere reden waarom iemand een bepaald doel niet nastreeft, kan te maken hebben met persoonlijke redenen. Als iemand bijvoorbeeld een wereldreis wil maken, maar bang is om te vliegen, dan weerhoudt hem dat ervan. Is het wordt er Of word er? Er is geen verschil in betekenis tussen de twee zinnen "is het daar geworden" en "daar geworden". Beide zinnen worden gebruikt om te vragen of er iets is gebeurd of dat er iemand is aangekomen.

Is word je met d of dt?

Is het de ik-vorm? Dan schrijf je het werkwoord met enkel een –d: ik word, ik vind, ik bloed. Is het de hij-/zij- of het-vorm? Dan schrijf je het werkwoord met –dt: zij wordt, hij vindt, het bloedt. Daarvan, is het ik werd of werdt? Gij werdt en werdt gij zijn de correcte vormen. Bij onregelmatige werkwoorden gaat de persoonsvorm bij ge/gij volgens de klassieke regel altijd uit op -t, ook in de verleden tijd en ook bij inversie. In grote delen van Nederland worden ge en gij haast niet meer gebruikt in gewone taal.

Wat je wilt of wil?

Juist is: 'Hij wil een huis kopen. ' Bij woorden als hij en zij gebruik je in het Standaardnederlands wil; niet wilt. Het is dus 'Hij wil een huis kopen', 'Zij wil een auto', en ook bijvoorbeeld 'Eva wil een huis kopen', 'Iedereen wil graag een vrije dag' en 'De klant wil kwaliteit. Wat word je of wat wordt je? Ik word een programmeur.

Men kan zich ook afvragen: is het wordt hij of word hij?

De vraag kan ook gesteld worden: is het hij wordt of hij wordt?