Het Hof van Justitie, de rechtbank van koophandel te Wenen en het Oberlandesgericht Wenen hebben geoordeeld dat de voorschriften inzake de Oostenrijkse heffing op lege patronen niet verenigbaar zijn met het Europees recht. Dit zou ook voor Duitsland kunnen gelden.
Er is opnieuw (positief) nieuws over de apparaatheffingen voor alle IT-fabrikanten, -importeurs en -handelaren: het Hof van Justitie, de Handelsgerichtshof (HG) van Wenen en het Oberlandesgericht (OLG) van Wenen hebben geoordeeld dat de regelgeving inzake Oostenrijkse heffingen op lege cartridges niet verenigbaar is met het Europese recht en daarom niet mag worden toegepast. De betrokken apparaten en opslagmedia – en wel alle soorten – zijn dus vrijgesteld van de heffingen en het door de Oostenrijkse auteursrechtenorganisatie Austro Mechana tegen Amazon ingestelde beroep is verworpen.
Net als de HG Wenen gaat ook het OLG Wenen ervan uit dat de wettelijke bepaling in § 42b van de Oostenrijkse auteurswet (UrhG) niet verenigbaar is met de Europeesrechtelijke eisen in artikel 5, lid 2, sub a en b, van de zogenoemde InfoSoc-richtlijn. Met name omdat er geen effectieve aanspraak is op terugbetaling van eventueel te veel betaalde heffingen voor particulieren. De inning van de heffingen was derhalve ontoelaatbaar, evenals de verdeling van de opbrengst onder onder meer sociale instellingen.
In zijn “Amazon”-arrest had het HvJ slechts een weerlegbaar vermoeden vastgesteld voor het gebruik van opslagmedia door particulieren voor het maken van privékopieën. Daarom was een vordering tot teruggave voor particulieren vereist indien zij de opslagmedia bij uitzondering niet voor het kopiëren voor privé-doeleinden van auteursrechtelijk beschermd materiaal gebruikten (maar bijvoorbeeld alleen voor eigen teksten en afbeeldingen of voor professionele doeleinden).
Overbrenging naar Duits recht
De redenering van deze arresten kan min of meer rechtstreeks worden overgebracht naar het Duitse recht, volgens hetwelk ook hier geen grondslag bestaat voor de aanspraken van de ZPÜ. Fabrikanten, importeurs en distributeurs zouden deze vergoedingen dan niet hoeven te betalen en zouden eventueel aanzienlijke terugbetalingen kunnen eisen van de Duitse auteursrechtenorganisaties over de afgelopen jaren.
De rechtbank gaat ook in op het feit dat volgens het EHJ (zaak ACI Adam) alleen rechtmatige particuliere kopieën moeten worden vergoed. Volgens het Duitse UrhG, volgens § 53 lid 1 UrhG juncto. Volgens § 54, lid 1, van het UrhG moeten reproducties uit bronnen die niet “kennelijk illegaal” zijn echter ook als “privé-kopie” worden vergoed. Dit is waarschijnlijk ook een schending van de EU-wetgeving.
Dr. Urs Verweyen
Dr. Urs Verweyen, LL.M. (NYU) is advocaat en procureur (NY) en werkt bij KVLEGAL. Van 2006 tot 2011 was hij advocaat en partner met een focus op geschillen op het gebied van auteursrecht, internet/nieuwe media en IT bij het advocatenkantoor Hertin in Berlijn. Van 1999 tot 2006 was hij managementconsultant bij McKinsey & Company.
Sinds 2009 adviseert en vertegenwoordigt Dr. Urs Verweyen de belangenorganisatie van middelgrote computer- en hardwarefabrikanten en -importeurs, Zentralverband Informationstechnik und Computerindustrie e.V. (ZItCo) en een groot aantal fabrikanten, importeurs en handelaren van pc’s, tablets, smartphones en andere apparaten over de heffingen op auteursrechtelijk beschermde apparaten en blanco dragers op bijvoorbeeld pc’s, tablets, printers, mobiele telefoons, consumentenelektronica en op blanco dragers zoals blanco cd’s en dvd’s, USB-sticks en externe harde schijven; daarnaast voert hij een groot aantal procedures voor de Arbitragecommissie auteursrechten bij de DPMA, het Oberlandesgericht München en het Bundesgerichtshof.
U kunt meer artikelen en tips van dr. Urs Verweyen vinden op zijn blog KVLEGAL.