Het Hypertext Transfer Protocol (HTTP) bewijst zich al jaren voor datatransmissie op het Internet en wordt voortdurend verder ontwikkeld.
Het Hypertext Transfer Protocol (HTTP) is een stateloos protocol voor datatransmissie op gebruikersniveau via een geschikt netwerk van computers. Het wordt in de eerste plaats gebruikt om inhoud van het World Wide Web (WWW) in een webbrowser te laden, maar HTTP wordt ook gebruikt om online gegevens te loggen.
De IETF (Internet Engineering Task Force) en het W3C (World Wide Web Consortium) hebben een wereldwijd geldige standaard voor het Hypertext Transfer Protocol gecreëerd; de huidige versie HTTP/2 is geldig sinds 15 mei 2015 en is ook ontwikkeld door de IETF. HTTP vormt de basis voor standaarden als HTTPS, dat wordt gebruikt voor versleutelde gegevensoverdracht, en WebDAV, dat dient als netwerkprotocol voor het overbrengen van directory’s.
Eigenschappen en structuur van HTTP
Het protocol werkt stateless, wat betekent dat informatie van eerdere verzoeken niet wordt opgeslagen. Het wordt toegewezen aan de toepassingslaag onder de gemeenschappelijke modellen en wordt aangesproken via toepassingen – meestal webbrowsers. De geïmplementeerde cookies stellen de programma’s in staat bepaalde informatie (bij voorbeeld winkelmandjes) dienovereenkomstig toe te wijzen, en een betrouwbare authenticatie van de gebruikers is eveneens gewaarborgd wanneer de juiste instellingen zijn verricht.
Hypertext Transfer Protocol is echter niet beperkt tot hypertekst-overdracht; het gebruik van TCP, dat als een betrouwbaar transportprotocol wordt beschouwd, maakt het mogelijk gegevens van welke aard dan ook uit te wisselen. Het HTTPS-protocol, dat hierop is gebaseerd, maakt veilige gegevensoverdracht mogelijk door middel van SSL-gegevensversleuteling.
Op dit moment worden vooral de twee versies 1.0 en 1.1 van het protocol gebruikt; ook de nieuwe versies van populaire webbrowsers, zoals Chrome, Firefox en IE, zijn allemaal al compatibel met HTTP/2.
Informatie-uitwisseling binnen HTTP
De door het protocol ondersteunde communicatie tussen server en client vindt plaats in de vorm van twee soorten berichten: Verzoek van client naar server en antwoord van server naar client. Elk bericht bestaat uit twee delen, de header en de body. Terwijl de header van het bericht informatie bevat over de body van het bericht (bv. codering, inhoudstype) om ervoor te zorgen dat het bericht door de ontvanger correct kan worden geïnterpreteerd, bevat de body de te verzenden gegevens.
Conclusie
HTTP is al jaren de standaard in online datatransmissie, en protocollen zoals HTTPS voor veilige transmissie van gecodeerde gegevens zijn erop gebaseerd. Het formaat en de structuur van het Hypertext Transfer Protocol zijn gestandaardiseerd en wereldwijd erkend, zodat het protocol ook in de komende jaren de basis zal vormen voor de ontwikkeling van het internet.