IT-BUSINESS sprak met Peer Knauer, voorzitter van de Duitse vereniging voor breedbandcommunicatie, over de toekomst van Wimax.
ITB: Welke kansen ziet u voor de Wimax-technologie?
Knauer: Wimax is een goed instrument om met name plattelandsgebieden te voorzien van breedbandverbindingen. Tot nu toe konden hier nauwelijks breedbandaanbiedingen worden gedaan. Regionaal gevestigde aanbieders, waarvan de meeste in Breko zijn georganiseerd, zouden hiervoor bijzonder geschikt zijn.
ITB: Nu konden slechts twee regionale aanbieders een licentie krijgen. Wat zal er van het platteland terechtkomen?
Knauer: Volgens de telecommunicatiewet moet bij de toewijzing van Wimax-frequenties prioriteit worden gegeven aan de bevordering van plattelandsgebieden. De toewijzingsrichtsnoeren van de Bundesnetzagentur, die na een lange strijd als basis dienden, verhinderden echter precies dat. Door het federale grondgebied in slechts 28 regio’s te verdelen, werden regionale aanbieders met oplossingen die tot hun verzorgingsgebied beperkt bleven, de facto van de procedure uitgesloten. Het feit dat regionale telecommunicatieaanbieders om economische redenen niet aan de veiling deelnemen, is een nadeel voor de plattelandsgebieden – zij zullen een DSL-diaspora blijven.
ITB: Waarop zullen de drie bovenregionale licentiekopers zich nu richten?
Knauer: Het valt te verwachten dat de drie landelijke kopers van de Wimax-frequenties niet overal in dezelfde mate aan hun uitbreidingsverplichting zullen voldoen en zullen gaan cherrypicken. Of de veel geciteerde witte vlekken op de kaart nog steeds een prioritair doel zullen zijn voor een nationale aanbieder, kan worden betwijfeld. Niet voor niets is de biedingsstrijd vooral ontketend door lucratieve regio’s als München.