Coronavirus: grijs gebied thuiskantoor

Het nieuwe coronavirus SARS-CoV-2 stelt de arbeidswereld voor juridische uitdagingen. Sommige dingen zijn een grijs gebied, andere zijn precies geregeld. IT-BUSINESS vroeg het aan een specialist in arbeidsrecht.

Ook over het onderwerp “home office” en tijdens quarantaine zijn op internet verschillende rapporten te vinden. Op de website van de Duitse federatie van vakbonden staat bijvoorbeeld: “Personen die onder een officieel quarantainebevel staan of volgens de wet ter bescherming tegen infecties onder het zogenaamde beroepsverbod vallen, zijn vrijgesteld van hun arbeidsverplichtingen.”

Philipp Skerbek, advocaat bij SBS LEGAL Rechtsanwälte Schulenberg & Schenk Partnerschaftgesellschaft.

Philipp Skerbek, advocaat bij SBS LEGAL Rechtsanwälte Schulenberg & Schenk Partnerschaftgesellschaft.

Zo eenvoudig is het echter niet, zoals Philipp Skerbek, advocaat voor intellectuele eigendom & IT- en internetrecht, uitlegt. In het algemeen is de werknemer verplicht arbeid te verrichten voor de werkgever. Er moet echter een onderscheid worden gemaakt tussen de volgende situaties:

Indien de werknemer ziek is ten gevolge van een besmetting met het coronavirus, is hij niet in staat te werken. De werknemer heeft recht op doorbetaling van het loon door de onderneming gedurende de eerste zes weken. Als de werknemer echter niet ziek is, maar op grond van een officiële richtlijn in quarantaine thuis moet blijven, is hij of zij arbeidsgeschikt volgens de arbeidswetgeving en kan de baas eventueel eisen dat hij of zij vanuit het thuiskantoor werkt.

Mogelijk omdat de baan dit natuurlijk moet toelaten. Ambachtslieden zullen het nogal moeilijk vinden. Bovendien gelden er bepaalde voorschriften in de arbeidsovereenkomst of die mondeling zijn overeengekomen. Als de werknemer niet thuis kan werken, wordt hij als arbeidsongeschikt beschouwd, net als een zieke.

Wat is er afgesproken?

Onverlet: de werkgever mag zijn werknemers niet verplichten thuis te werken. De plaats van tewerkstelling wordt gewoonlijk in de arbeidsovereenkomst gespecificeerd. Als het thuiskantoor er niet is, kan de baas niet eenzijdig een dergelijke instructie geven.

Sommige bedrijven hebben echter mondelinge afspraken met hun werknemers gemaakt. “Mondelinge overeenkomsten zijn bindend voor werknemers en werkgevers en kunnen zo nodig voor de arbeidsrechtbank worden afgedwongen. Het enige probleem met mondelinge overeenkomsten is dat je bij een geschil de overeenkomst moeilijk kunt bewijzen”, aldus Skerbek.

Het bedrijf moet zijn werknemers de nodige middelen verschaffen om thuis te werken. Internetkosten worden sowieso door de meeste werknemers gemaakt – thuiswerk of niet. Als er echter bovengemiddelde elektriciteits- en verbruikskosten zijn als gevolg van het thuiswerken, kan hij deze aan de werkgever aanrekenen als onderdeel van de bedrijfsactiviteit. Dit valt onder de bedrijfsuitoefening zonder overeenkomst, omdat de werkgever er belang bij heeft dat het werk wordt voortgezet.

Nu kan het zijn dat de werknemer eerst arbeidsgeschikt in quarantaine wordt geplaatst en vervolgens in die periode ziektesymptomen krijgt. Zodra hij ziek is, kan hij ook niet meer werken.

Wie betaalt wanneer?

Als de werknemer niet ziek in quarantaine zit en van daaruit niet kan werken of daartoe niet wettelijk verplicht is, regelt de Wet Infectiebescherming een vordering op de bevoegde instantie voor een zogeheten compensatie voor gederfde inkomsten. Dit geldt voor werknemers die van de autoriteiten een beroepsverbod hebben gekregen als “uitscheiders, vermoedelijk besmettelijke personen, vermoedelijke ziektedragers of andere dragers van ziekteverwekkers”. De werkgever betaalt een vergoeding ten belope van het verlies aan inkomsten. De werkgever heeft dan een vordering tot terugbetaling tegen de overheid voor het betaalde verlies aan inkomsten.

Om ervoor te zorgen dat werknemers hun geld zonder onderbreking ontvangen, is de werkgever verplicht de vergoeding gedurende maximaal zes weken vooruit te betalen, waarna de overheid de vergoeding rechtstreeks aan de werknemer betaalt. Indien de werkgever niet voorschiet, bijvoorbeeld omdat hij weigert te betalen, kunnen werknemers hun vordering tot schadevergoeding rechtstreeks bij de bevoegde deelstaatinstantie indienen. Als de werknemers tijdens de quarantaineperiode daadwerkelijk ziek worden, ontvangen zij van het ziekenfonds doorbetaling van het ziekengeld. Dit laatste geldt ook na het verstrijken van de vergoedingsperiode van zes weken.

Op de hoogte van het strafrecht

Bedrijven moeten er hier op letten dat zij hun werknemers in quarantaine natuurlijk niet kunnen verplichten thuis te werken en tegelijkertijd een uitkering van de staat in de vorm van een vergoeding voor gederfde inkomsten kunnen innen. Dit kan worden beschouwd als sociale fraude en heeft strafrechtelijke gevolgen. In dit geval moet opzet worden bewezen.

Indien het gehele bedrijf door de bevoegde autoriteit in quarantaine wordt geplaatst en gesloten, wordt er in het algemeen van uitgegaan dat er geen sprake meer kan zijn van een kantoor aan huis. Het beginsel van het ondernemersrisico is hier van toepassing.

Volgens de huidige jurisprudentie draagt de werkgever het bedrijfsrisico als gevolg van een overheidsmaatregel (de zogenaamde sluiting van het bedrijf) indien het specifieke risico van de overheidsmaatregel inherent was aan het bedrijf wegens de bijzondere aard ervan.