BGH: Splitsing van volumelicenties is rechtmatig

Het BGH heeft nu duidelijkheid verschaft op de softwaremarkt voor tweedehands software. UsedSoft komt daarmee als winnaar uit het juridische geschil met Adobe.

Het Bundesgerichtshof (BGH) had begin dit jaar geoordeeld dat de handel in tweedehands software rechtmatig is (I ZR 129/08). Twee jaar geleden had het Oberlandesgericht Frankfurt am Main (zaak nr. 11 U 68/11) reeds een vonnis gewezen dat de handel in tweedehands software grotendeels vrijstelde van beperkingen op basis van het arrest van het EHJ. Een van de elementen van de uitspraak was dat licenties die via volumecontracten zijn verkregen, ook individueel mogen worden doorverkocht. Adobe was tegen deze uitspraak in beroep gegaan bij het Federale Hooggerechtshof. Het Bundesgerichtshof heeft dit beroep nu in zijn geheel verworpen (zaak nr. I ZR 8/13).

“Het BGH-besluit van vandaag is een triomf voor de vrije handel”, aldus Peter Schneider, Managing Director van UsedSoft, na de publicatie van het arrest. “Nu kan geen enkele softwarefabrikant nog beweren dat zijn licenties niet tweedehands mogen worden verhandeld. De markt voor tweedehands software kan eindelijk van start gaan.”

Splitsing van volumelicenties

Het BGH heeft het vonnis van het Oberlandesgericht Frankfurt van december 2012 op alle punten bevestigd. Daarin wordt gesteld dat de wederverkoop van individuele licenties die oorspronkelijk zijn verworven in het kader van een volumelicentieovereenkomst “niet (leidt) tot de veronderstelling dat hier een ontoelaatbare splitsing heeft plaatsgevonden”. Het splitsingsverbod van het Hof van Justitie heeft alleen betrekking op de “verschillende feitelijke constellatie” van client-serverlicenties. Bovendien oordeelde het OLG dat het de verkoper was toegestaan “een reproductiehandeling te verrichten, d.w.z. een gegevensdrager te branden” om software door te verkopen die eerder online was gekocht.

De rechters spraken ook het argument van de fabrikanten tegen dat er in het geval van volumelicenties slechts sprake was van één licentie omdat er slechts één serienummer was verstrekt: dit “heeft geen invloed op het aantal licenties waar het om gaat”, aldus het vonnis. “De vertegenwoordigers van de eiser hebben zelf het serienummer omschreven als een noodzakelijke ‘sleutel voor de installatie’. Het staat echter buiten kijf dat de software op (meerdere) onafhankelijke werkstations kon worden geïnstalleerd.”

Softwareprogramma’s met korting

Na de uitspraak van het BGH is nu ook duidelijk dat EDU-licentieovereenkomsten (licenties voor scholieren en studenten) als kortingsprogramma’s moeten worden beschouwd. Letterlijk oordeelden de OLG-rechters: “Het is niet aan de rechter om de economische levensvatbaarheid van het prijsbeleid van de eiser (Adobe) te toetsen.”

Downloadlicenties

Het Europees Hof van Justitie (HvJ) had op 3 juli 2012 al geoordeeld dat het uitputtingsbeginsel van toepassing is op elke eerste verkoop van software, ongeacht het distributiekanaal. Volgens het uitputtingsbeginsel is het distributierecht van een fabrikant op zijn product “uitgeput” wanneer hij het voor het eerst in de EU heeft verkocht. Het Hof benadrukte: “Zelfs indien de licentieovereenkomst een latere verkoop verbiedt, kan de rechthebbende zich dus niet meer verzetten tegen de wederverkoop van die kopie”. De nieuwe eigenaar is vrij om het door te verkopen.

Hierop voortbouwend oordeelde het Hof dat in het geval van licenties die online zijn overgedragen, de tweede koper de software zelfs opnieuw van de fabrikant mag downloaden: “Bovendien strekt de uitputting van het distributierecht zich uit tot de kopie van het programma zoals verbeterd en bijgewerkt door de auteursrechthebbende,” aldus het Hof. Dit betekent dat de tweedehandskoper ook recht heeft op updates voor zijn software.