In de studie “Megatrends – Reaching the Doubters” heeft het marktonderzoeksinstituut YouGov in samenwerking met Trendone onderzocht welke IT-trends in de toekomst voor consumenten interessant zullen zijn en hoe zij tegen deze ontwikkeling aankijken.
Trendone en YouGov hebben vijf trends geanalyseerd waarvan wordt verwacht dat zij het leven van mensen de komende jaren fundamenteel zullen veranderen. Deze vijf trends omvatten de 3D-printer, computerbeveiliging en -privacy, kunstmatige intelligentie, fygitale producten en intelligente persoonlijke assistenten. Phygital verwijst naar ervaringen die zowel fysiek als digitaal zijn. Een voorbeeld hiervan zou zijn dat consumenten die buiten een winkel winkelen hun smartphone gebruiken om boodschappen op het display te scannen en deze vervolgens op een later tijdstip naar hen te laten verzenden.
Terwijl veel opkomende trends aanslaan bij de bevolking, hebben andere de neiging een gevoel van onverschilligheid op te wekken, althans bij bepaalde leeftijdsgroepen. Een goed voorbeeld hiervan is de 3D-printer, waarvan 44 procent van de Duitsers niet weet wat ze ermee moeten doen. 70 procent van de 18- tot 24-jarigen daarentegen heeft al een idee van wat ze ermee zouden kunnen produceren. Over het algemeen staan de consumenten in Duitsland echter open voor nieuwe technologieën, bijvoorbeeld wanneer het om veiligheid gaat.
Maar naast onverschilligheid is er ook scepsis en angst voor de nieuwe technologische innovaties. Daarom is het volgens Trendone “belangrijk naar de gebruiker te kijken, ten eerste om te kunnen beoordelen wat er op de markt komt en ten tweede om in de communicatie, maar vooral bij de verdere ontwikkeling van producten en diensten, rekening te houden met de behoeften en angsten.”
Scepticisme
Mensen die sceptisch staan tegenover nieuwe technologieën zijn volgens de studie meestal ouder dan 55 jaar, vrouw, hebben vaak al kleinkinderen en bezitten geen eigen huis. Hun grootste zorg is dat de nieuwe technologieën te veel inbreuk maken op hun privacy.
Wat betreft digitale persoonlijke assistenten bijvoorbeeld, maakt 67 procent van de vrouwen boven de 55 zich zorgen over de veiligheid bij het gebruik van dergelijke technologieën. Tegelijkertijd vindt 52 procent dat een vingerafdrukscan en 28 procent dat oogherkenning of een irisscan een nuttige veiligheidscontrole is om de toegang tot bankrekeningen veiliger te maken. “Door rekening te houden met hun bezorgdheid en een passende oplossing te vinden, kan het scepticisme van deze doelgroep worden verminderd. Het feit dat deze groep sceptisch staat tegenover nieuwe technologieën betekent niet dat ze tegelijkertijd ongeïnteresseerd zijn,” zegt Markus Braun, hoofd van Business Unit Reports bij YouGov. Zo zou een op de twee vrouwen boven de 55 de assistent gebruiken om afspraken te plannen en meer dan een op de drie om vakanties te organiseren.
In het algemeen kan worden gesteld dat 66 procent van de deelnemers aan het onderzoek vreest dat de genoemde technologische trends te veel inbreuk zullen maken op hun privacy. 60 procent zegt dat deze trends alles onveiliger voor hen maken. 26 procent denkt dat deze technologieën standaard zullen worden en dat mensen die niet over deze apparaten beschikken niet aan de ontwikkeling zullen deelnemen, waardoor een sociale kloof ontstaat.
Bang
Naast de sceptici onderscheidt het rapport ook de groep van de bangeriken: zij worden verenigd door de angst om hun baan te verliezen als gevolg van kunstmatige intelligentie. Het zijn meestal mannen, tussen 25 en 34 jaar oud en getrouwd. “Deze groep mensen kan het beste buitenshuis benaderd worden. Ze merken buitenreclame vaak op, zoals op treinstations of bij het gebruik van het openbaar vervoer”, aldus Braun.
Over het onderzoek
Voor het onderzoek werd een beroep gedaan op de YouGov-databank, waarvoor in de loop van het jaar 60.000 Duitsers continu op representatieve wijze worden ondervraagd. De intelligente koppeling van de gegevens in een netwerk maakt een bijzonder gedetailleerde analyse van het consumentengedrag mogelijk. De analyse werd gecombineerd met een aanvullend bevolkingsrepresentatief onderzoek onder 2 038 personen van 18 jaar en ouder, dat werd uitgevoerd in de periode van 14.03 tot 16.03.2017
.