bestuurder

Wat is een chauffeur?

Een stuurprogramma is een programma dat de communicatie tussen een besturingssysteem (OS) en een hardwarecomponent of softwareapplicatie mogelijk maakt. Elke computer gebruikt meerdere stuurprogramma’s om de verschillende geïnstalleerde hardwarecomponenten en applicaties te besturen. Zonder deze stuurprogramma’s zouden de hardware en software niet correct werken en in sommige gevallen zelfs helemaal niet werken. Er zijn twee primaire typen stuurprogramma’s: apparaatstuurprogramma’s en softwarestuurprogramma’s.

Apparaatstuurprogramma’s

Zoals de naam al doet vermoeden, zijn apparaatstuurprogramma’s ontworpen om te communiceren tussen een besturingssysteem en een apparaat. Deze schijven worden doorgaans gemaakt door hetzelfde bedrijf dat het apparaat heeft vervaardigd. Als ze echter door een derde partij zijn gemaakt, zijn ze ontworpen volgens een gepubliceerde hardwarestandaard.

Niet alle apparaatstuurprogramma’s communiceren rechtstreeks met het apparaat zelf. In sommige gevallen zijn er meerdere stuurprogramma’s in een stapel gestapeld die communicatie mogelijk maken. De stuurprogramma’s aan elk uiteinde communiceren rechtstreeks met het apparaat zelf of het besturingssysteem. De functiedriver communiceert rechtstreeks met het apparaat. De tussenliggende chauffeurs manipuleren de communicatie in verschillende formaten die de machine kan begrijpen. Dit worden filterstuurprogramma’s genoemd.

Veelgebruikte apparaten voor stuurprogramma’s

De overgrote meerderheid van apparaten en software die verbinding maken met een machine, hebben een stuurprogramma nodig om te kunnen werken. Hier zijn enkele van de meest voorkomende apparaten waarvoor stuurprogramma’s nodig zijn:

  • Opslagapparaten – HDD en SSD
  • printers
  • Geluidskaarten
  • Videoadapters
  • Digitale fototoestellen

Softwarestuurprogramma’s

In tegenstelling tot apparaatstuurprogramma’s zijn softwarestuurprogramma’s niet gekoppeld aan hardwareapparaten. Deze programma’s maken communicatie tussen het besturingssysteem en softwaretoepassingen mogelijk. Het belangrijkste doel van softwarestuurprogramma’s is het in- of uitschakelen van toegang tot beschermde gegevens die alleen beschikbaar zijn voor programma’s in de kernelmodus. Als gevolg hiervan werken softwarestuurprogramma’s vrijwel altijd in de kernelmodus.

Kernelmodus versus gebruikersmodus

Zowel apparaat- als softwarestuurprogramma’s kunnen zowel in de kernelmodus als in de gebruikersmodus worden uitgevoerd. De gebruikersmodus is de algemene optie en wordt gebruikt om de meeste communicatie uit te voeren. Het heeft ook het voordeel dat het een betere stabiliteit biedt dan de kernelmodus.

Zoals eerder vermeld, wordt de kernelmodus voornamelijk gebruikt door de belangrijkste componenten van het besturingssysteem om toegang te krijgen tot beveiligde gegevens. Drivers in kernelmodus worden geïmplementeerd als discrete, modulaire componenten met goed gedefinieerde functionaliteiten. Het heeft ook de voorkeur voor netwerktoepassingen met lage latentie.

Virtuele apparaatstuurprogramma’s

Virtuele apparaatstuurprogramma’s zijn relatief nieuwe technologie. Ze gebruiken virtualisatietechnologie om een ​​hardwareapparaat te emuleren in gevirtualiseerde omgevingen op hybride of cloudnetwerken. Ze geven gastbesturingssystemen de illusie toegang te hebben tot hardware.