Kort voor Globaal Positioning System, een wereldwijd MEOsatellietnavigatiesysteem dat wordt gevormd door 24 satellieten die in een baan om de aarde draaien en de bijbehorende ontvangers op de aarde. De satellieten draaien om de aarde op ongeveer 12,000 kilometer boven het oppervlak en maken elke 24 uur twee volledige banen. De gps-satellieten zenden continu digitale radiosignalen die gegevens over de locatie van de satellieten en de exacte tijd bevatten naar de aardgebonden ontvangers. De satellieten zijn uitgerust met atoomklokken die tot op een miljardste van een seconde nauwkeurig zijn. Op basis van deze informatie weten de ontvangers hoe lang het duurt voordat het signaal de ontvanger op aarde bereikt. Aangezien elk signaal met de snelheid van het licht reist, hoe langer het duurt voordat de ontvanger het signaal ontvangt, hoe verder weg de satelliet is. Door te weten hoe ver een satelliet is verwijderd, weet de ontvanger dat deze zich ergens op het oppervlak van een denkbeeldige bol bevindt, gecentreerd rond de satelliet. Door drie satellieten te gebruiken, kan GPS de lengte- en breedtegraad van de ontvanger berekenen op basis van waar de drie bollen elkaar kruisen. Door vier satellieten te gebruiken, kan GPS ook hoogte bepalen.
GPS is ontwikkeld en wordt beheerd door het Amerikaanse ministerie van Defensie. Het heette oorspronkelijk NAVSTAR (Navigatiesysteem met timing en bereik). Vóór zijn civiele toepassingen werd GPS gebruikt om de klok rond navigatiemogelijkheden voor alle weersomstandigheden te bieden voor militaire grond-, zee- en luchtmacht.
GPS heeft toepassingen die verder gaan dan navigatie en locatiebepaling. GPS kan worden gebruikt voor cartografie, bosbouw, exploratie van mineralen, beheer van de bewoning van wilde dieren, het volgen van de beweging van mensen en dingen en het brengen van nauwkeurige timing naar de wereld.