Infrastructuur 2.0

Infrastructure 2.0 beschrijft de integratie van intelligente technologie in de Amerikaanse openbare infrastructuur, namelijk snelwegen. Dit wordt ook wel slimme infrastructuur genoemd. Volgens sommigen gaat Infrastructure 2.0 niet alleen over het samensmelten van slimme technologie in wegen, maar ook over het integreren van alle facetten van het dagelijks leven. Denk hierbij aan slimme apparaten, maar ook aan gebouwen en straatverlichting: alles zou deel uitmaken van het internet der dingen.

De Amerikaanse openbare infrastructuur werkt nog enigszins op systemen die begin 1900 werden gebruikt om wegennetwerken aan te leggen. De huidige bouwpraktijken en materialen dragen niet alleen bij aan vervuiling en beschadigen de aarde, maar ze maken het ook niet gemakkelijk om toegang te krijgen tot de lagen openbare systemen eronder, zoals water, elektriciteit en riolering. Duurzamere en toegankelijke wegen zouden de openbare infrastructuur aanzienlijk verbeteren, maar volgens sommige experts is er meer dan dat nodig is: wegen hebben slimme technologie nodig die erin wordt ingebracht voor meer gegevensverzameling, hulpbronnenbeheer en communicatie. Met intelligente technologie kunnen wegen mogelijk interageren met auto’s en apparaten en omliggende gebouwen of straatverlichting. Enkele wegennetwerken experimenteren hier al mee, bijvoorbeeld door op de wegen lichten aan te doen op basis van wie er op dat moment rijdt en elektriciteit en middelen te besparen.

Hoewel Infrastructure 2.0 ver weg lijkt, is het een groeiende mogelijkheid. Het internet der dingen (IoT) breidt zich gestaag uit en omvat apparaten en systemen voor het dagelijks leven. Sensoren en technologie die in wegen zijn geïnstalleerd, zouden nog een methode bieden voor gegevensanalyse en computerintegratie.

Alternatieve definities

Infrastructure 2.0 werd eerder in de jaren 2000 gebruikt om de radicale verschuiving in netwerkinfrastructuur te beschrijven van volledig fysieke computernetwerken naar virtuele en cloudgebaseerde netwerken. Het heette Infrastructure 2.0 omdat het zo’n enorme stap vereiste van wat bedrijven hadden gedaan en omdat ze zich snel moesten aanpassen als ze bij wilden blijven. De groei van virtuele datacenters en cloud computing bracht flexibiliteit voor ondernemingen, maar bracht ook aanzienlijke beveiligingsproblemen en uitdagingen met zich mee bij het overbrengen van gegevens naar de cloud. Infrastructure 2.0 is nu algemeen bekend als dynamische infrastructuur.