Ecologische duurzaamheid en energie-efficiëntie in de cloud garanderen

In het licht van stijgende energieprijzen en zorgen over de eindigheid van energie, wordt duurzaamheid steeds belangrijker. Cloud service providers hebben dit ook ingezien en schrijven “green computing” in steeds grotere letters op hun banners. Maar hoe kan dit aan de klant worden bewezen en contractueel worden vastgelegd?

Het energieverbruik van datacenters is in het verleden drastisch gestegen, maar door IT uit te besteden aan de cloud kan dit op de lange termijn worden teruggedrongen. De reden hiervoor is dat naarmate de omvang van het datacenter toeneemt, het relatief minder energie verbruikt. Een betere benutting van de server betekent immers dat dezelfde taken kunnen worden uitgevoerd met verhoudingsgewijs minder capaciteit. De reden hiervoor is het concept van de zogenaamde “multi-tenancy”: hoe meer gebruikers een infrastructuur delen, hoe minder middelen er nodig zijn. Dit suggereert dat grotere aanbieders energie-efficiëntere clouddiensten kunnen leveren.

In de onderhandelingsfase helpt het om passende contractuele toezeggingen te doen om klanten tegemoet te komen. Indien de dienstverlener met een onderaannemer werkt, moeten deze regelingen ook ten aanzien van de onderaannemer worden getroffen. Het moet ook aan bepaalde drempels voldoen wat de geëxploiteerde capaciteit betreft, om te voorkomen dat het voordeel van de hulpbron wordt “afgeraffeld”. Dit geldt vooral als er meerdere onderaannemers actief zijn.

Capaciteiten dynamisch aanpassen

IT-afdelingen hebben vaak de neiging een grotere IT-infrastructuur aan te houden dan eigenlijk nodig is: onder andere uit angst voor een prestatiestoring. Daarentegen is het natuurlijk in het belang van cloud-exploitanten om capaciteit te besparen. Ervaren aanbieders beschikken reeds over jarenlange knowhow op dit gebied om het vereiste infrastructuurniveau nauwkeurig te bepalen en dit individueel aan te passen aan de behoeften van hun klanten. Het laatste punt – de dynamische aanpassing van de ingezette capaciteiten – mag niet ontbreken in de omschrijving van de contractuele prestatieverplichtingen. Idealiter omvat dit ook een vraagvoorspellend concept. De op de vraag gebaseerde aanpassing leidt tot een optimale benutting van de servers.

De methode voor het bepalen van de energie-efficiëntie, die momenteel waarschijnlijk de overhand heeft in de IT-industrie, plaatst de totale in het datacentrum verbruikte energie in verhouding tot de energiebehoefte van de computers zelf. Het resultaat is de zogenaamde PUE-waarde (“Power Usage Efficiency”). Hoe lager de PUE-waarde, hoe efficiënter het datacenter werkt. Moderne cloud providers zouden een PUE-waarde van 1,1 tot 1,3 moeten garanderen. Contractueel kan de PUE-waarde het best in kaart worden gebracht in de service level agreement. Bovendien kunnen benchmarkingovereenkomsten ervoor zorgen dat de energie-efficiëntie van de leverancier regelmatig wordt geëvalueerd.

Aanvullende informatie

De auteurs

Dr Thomas Jansen is jurist en partner bij het advocatenkantoor DLA Piper UK LLP (Limited Liability Partnerships). Britta Hinzpeter is Master of Laws (LL.M.) en tevens advocaat bij DLA Piper UK LLP. DLA Piper adviseert bedrijven wereldwijd over intellectueel eigendom en technologie (IPT).

web| www.dla-piper.com

Milieurichtlijnen

Uiteraard moeten cloud-exploitanten ook voldoen aan de toepasselijke industrienormen en regelgeving en deze contractueel waarborgen, waaronder milieurichtlijnen zoals WEEE (Waste Electrical and Electronic Equipment) en RoHS (Restriction of the use of certain hazardous substances).

Bovendien werken brancheorganisaties en milieu-organisaties voortdurend aan de verdere ontwikkeling van methoden om de ecologische efficiëntie te meten. Contracten moeten worden gecontroleerd op naleving van de bovengenoemde “groene normen” en zo nodig worden verbeterd. Op die manier kan de juiste koers worden uitgezet naar meer energie-efficiëntie. □