Volgens een enquête neemt de terughoudendheid over kunstmatige intelligentie onder de bevolking af. 14 procent van de mensen in Duitsland associeert de term met iets tamelijk of zeer negatiefs, zo blijkt uit de representatieve enquête in opdracht van de TÜV Association.
In de vorige editie, twee jaar geleden, associeerde 28 procent de term “kunstmatige intelligentie” met iets tamelijk of zeer negatiefs. Het percentage mensen dat kunstmatige intelligentie tamelijk of zeer positief beoordeelt, steeg in dezelfde periode van 46 procent naar 51 procent. Vooral onder vrouwen was de scepsis afgenomen, maakte de vereniging dinsdag bekend.
De vereniging vertegenwoordigt de Technische Überwachungsvereine (Tüv) in Duitsland. Kunstmatige intelligentie (AI) houdt bijvoorbeeld in dat machines zelfstandig werken en al doende ook leren. Alledaagse voorbeelden zijn zelfparkerende auto’s en spraakassistenten.
Bijna elke tweede respondent verwacht tijd en energie te kunnen besparen met behulp van AI. Volgens de gegevens bestaat er echter ook veel bezorgdheid over hackeraanvallen, manipulatie, toezicht en misbruik van gegevens. Voor de enquête heeft Statista in augustus 2021 ongeveer 1000 mensen tussen 16 en 75 jaar ondervraagd.