Smartphone is belangrijker dan een nier

Dat de smartphone een belangrijke metgezel is geworden, is niets nieuws. Maar het is interessant om te zien hoe belangrijk de mobiele telefoon werkelijk is voor sommige mensen. Zou u liever uw nier opgeven dan uw smartphone?

Smartphones zijn door de Corona-pandemie voor veel mensen erg waardevol geworden – en worden in sommige gevallen zelfs belangrijker gevonden dan iemands partner. Dat blijkt uit een onderzoek onder 9.000 smartphonegebruikers in Europa, uitgevoerd door OnePoll in opdracht van OnePlus, waarin werd gevraagd hoe de vergrendeling het gebruik van de mobiele telefoon beïnvloedt.

Uit het onderzoek bleek dat meer dan 95 procent met zijn smartphone in dezelfde kamer slaapt, bijna acht op de tien hem altijd binnen handbereik heeft en 77 procent hem binnen de eerste 15 minuten na het ontwaken voor het eerst controleert.

Daarnaast willen gebruikers hun oplader altijd binnen handbereik hebben. 43 procent laadt zijn smartphone twee of meer keer per dag op. Meer dan 170 respondenten in heel Europa zeiden zelfs dat zij hun smartphone vijf of meer keer in 24 uur inpluggen. Uit het onderzoek bleek ook dat Duitsers, in vergelijking met de rest van Europa, hun smartphone pas laat inpluggen – pas als de batterij tussen de elf en twintig procent leeg is.

Duitsers hechten meer waarde aan hun smartphone dan aan een nier of een partner

De deelnemers gaven ook bizarre antwoorden op de vraag waarvoor ze hun smartphone zouden inruilen: 44 van de Duitse respondenten zeiden dat ze liever een van hun nieren zouden opgeven dan hun smartphone, meer dan in Frankrijk en Italië samen. In heel Europa zou maar liefst vijf procent liever zijn partner opgeven dan zijn mobiele telefoon. Er zijn echter grote regionale verschillen: 13 procent van de Finnen geeft liever zijn auto op, 44 procent van de Nederlanders geeft liever chocola op en 31 procent van de Fransen geeft liever de tv op. Minder dan twee procent van de Italianen verkiest zijn smartphone boven zijn partner – het laagste cijfer in heel Europa.

Stijgend smartphonegebruik als gevolg van lockdown

Uit de enquête blijkt ook dat het smartphonegebruik in het hele continent omhoog is geschoten: meer dan zeven op de tien respondenten gebruiken hun telefoon sinds het begin van de lockdowns vaker dan daarvoor. Jongeren uit drie landen in het bijzonder zeiden dat ze in 2020 veel meer tijd voor hun scherm doorbrachten – 55 procent in Frankrijk, 56 procent in Italië en 51 procent in Spanje.

Nomofobie neemt toe

OnePlus vroeg jongeren ook of “nomofobie”, een erkende aandoening die de angst beschrijft om geen werkende mobiele telefoon te hebben, zich voordeed in het leven op slot. De resultaten zijn duidelijk: de Britten voelen de angst het meest. 32 procent zou zichzelf met nomofobie diagnosticeren – meer dan in enig ander Europees land. Ook 30 procent van de respondenten uit Spanje zei aan nomofobie te lijden. In Duitsland was iets minder dan 25 procent het met deze stelling eens.

Uit het onderzoek bleek ook dat jongeren regelmatig het risico lopen op nomofobie. 13 procent beantwoordt een bericht niet om de batterij te sparen, terwijl slechts zeven procent geen actie onderneemt om te voorkomen dat hun telefoon afgaat. Weinig jongeren maken gebruik van alternatieven, zoals het vragen van een telefoon aan een vreemde (9 %) of het overwegen van een telefooncel (6 %).