Met No en Low Code kunnen zelfs onervaren ontwikkelaars snel applicaties maken. Sterk geïndividualiseerde apps vereisen daarentegen het gebruik van Pro Code. Christoph Garms, Managing Director bij Neptune, legt de voordelen van elke methode uit.
De klantervaring is meer dan een modewoord in marketing, maar wordt steeds meer gezien als onmisbaar. De klantervaring moet zo positief mogelijk zijn bij het gebruik van zowel mobiele als webapps. Wanneer verschillende modaliteiten zoals aanraking, stem en gebaren worden gecombineerd met apparaten en apps waarmee gebruikers tijdens de digitale reis kunnen interageren, wordt dit multi-experience genoemd.
De Noorse fabrikant Neptune Software is onder meer leverancier van zo’n Multiexperience Development Platform (MXDP), waarmee bedrijven eenvoudig applicaties kunnen ontwikkelen volgens het bouwsteenprincipe. Voor Christoph Garms, Managing Director bij Neptune, is een platform dat kunstmatige intelligentie, conversational UI en IoT-apparaten centraal beheert zelfs een onderdeel van de digitale transformatie: “Zonder een platform dat al deze verschillende touchpoints naadloos beheert en kan meegroeien met de technologische veranderingen die zich voordoen, zullen digitale transformatie-inspanningen stagneren of kunnen ze niet efficiënt en wendbaar genoeg worden geïmplementeerd.”
Met Neptune’s DX-platform kunnen bedrijven onder meer functies ontwikkelen zonder backend, toepassingen maken op bestaande backends of in de cloud, of functies uit meerdere systemen samenvoegen. De API-benadering stelt ontwikkelaars ook in staat om microservice-architecturen te creëren en toegang te krijgen tot de meeste kerndiensten van het platform, die de hele levenscyclus van de ontwikkelingstoepassing bestrijken. De software van Neptune is gecertificeerd voor SAP, hetgeen de reden is waarom hoofdzakelijk SAP-adviesbureaus zoals Arxos, Castana en Consodalis deze in Duitsland verkopen. Maar er zijn ook andere wederverkopers, zoals CloudAdmin, IBM en Blue Cedar, aangezien de software niet aan SAP is gekoppeld.
Het verschil tussen No, Low en Pro Code
Zoals de namen al suggereren, worden bij het maken van applicaties met No Code geen regels code gebruikt en met Low Code slechts een paar. Toepassingen kunnen worden gemaakt door te slepen en neer te zetten vanuit een bouwpakket. Garms legt de verschillen tussen deze ontwikkelopties uit: “No Code stelt niet-IT’ers in staat hun processen snel te implementeren als een applicatie of workflow zonder te programmeren. Met Low Code daarentegen kunnen lichte ontwikkelaars snel zowel complexe als minder complexe toepassingen ontwikkelen”. Door weinig of geen code te gebruiken, kunnen ontwikkelaars met uiteenlopende ervaring behendig reageren op eisen en procesveranderingen tijdens de ontwikkeling. Hierdoor kunnen apps sneller worden ingezet en voldoen ze aan de individuele behoeften van gebruikers. Professionele code, de Pro Code, wordt gebruikt door ontwikkelaars met veel know-how. Het principe maakt complexe en sterk geïndividualiseerde app-ontwikkelingen door FullStack-ontwikkelaars mogelijk.
Volgens Garms maakt het “niet echt uit” welke methode bedrijven gebruiken voor het programmeren. In het algemeen hangt het echter van het bedrijf zelf af: moeten bedrijfseenheden bevoegdheden krijgen? Moeten bedrijfseenheden ook hulpmiddelen voor ontwikkeling krijgen? Of moet de IT-afdeling de toepassingen zelf creëren? Voor bedrijven zonder IT-afdeling geldt de algemene regel dat No Code de enige optie is. Voor ervaren ontwikkelaars hoeft Pro Code het gebruik van Low Code echter niet volledig uit te sluiten. Want terwijl Pro Code handmatige aanpassingen en verbeteringen mogelijk maakt, biedt Low Code een beter overzicht in het sterk gefragmenteerde IT-landschap.
Volgens Gartner zijn OutSystems, Salesforce en SAP de marktleiders onder de aanbieders van multi-experience-ontwikkelingsplatforms. Microsoft en Oracle werden gerangschikt als uitdagers in het juli 2020 kwadrant. Neptune werd geclassificeerd als een nichespeler. Mendix viel op, ook gerangschikt als een Leader, omdat het Amerikaanse softwarebedrijf in 2018 werd overgenomen door Siemens, samen met zijn cloud-native low-code platform. Als gevolg hiervan is Mendix naar eigen zeggen het centrale softwareplatform geworden voor Siemens’ cloudplatform en is het volledig geïntegreerd in Siemens’ MindSphere industriële IoT-oplossing, evenals een van de belangrijkste onderdelen van het Xcelerator-platform. Sindsdien wordt het Mendix-platform gedistribueerd via Siemens. Maar ook via de fabrikanten Mansystems en SAP, dat sinds 2017 intensief met Mendix samenwerkt. De technische basis van de samenwerking is het open source PaaS-applicatieplatform Cloud Foundry.