Grote sprong: Intel Xeon E5-2600 v3

Xeon E5-2600 v3 in plaats van v2: Op het eerste gezicht lijkt dit slechts een kleine update van de nieuwe Intel Xeon-processoren voor dual-socket servers. In feite biedt de nieuwe versie echter een aanzienlijke sprong voorwaarts qua prestaties. We presenteren de eerste servers met de nieuwe processor, die nu tot 18 cores en DDR4-geheugen kan bieden.

Met de Xeon-processoren heeft Intel een stevige greep op de markt voor serverprocessoren: met de laatste Xeon-generatie op basis van Ivy Bridge heeft Intel de Opteron CPU’s al grondig ingehaald in termen van prestaties en ook marktaandeel. Zelfs met de nieuwere Piledriver architectuur levert een Opteron slechts ongeveer de helft van de prestaties per watt als een vergelijkbare Xeon. Met de nieuwe Xeon E5-2600v3-modellen brengt Intel nu al de tweede generatie 22-nanometerprocessoren voor servers op de markt. AMD’s Opteron wordt nog steeds gefabriceerd in een 32-nanometerproces.

Intel E5-2600 v3: Tot 18 cores en 36 threads

Een laag stroomverbruik in combinatie met hoge prestaties is een belangrijke vereiste voor serverprocessoren. Alleen op die manier kan aan de vraag naar steeds meer rekencapaciteit worden voldaan zonder dat de kosten voor energie en airconditioning in de datacentra uit de hand lopen. Daarom zijn de nieuwere Xeon CPU’s steeds gebaseerd op architecturen die in de eerste plaats voor notebooks werden ontwikkeld.

De Haswell EP, de interne codenaam voor de Xeon E5-2600 v3, is geen uitzondering. Intel zelf noemt bijvoorbeeld een thermisch ontwerpvermogen van slechts 145 watt voor de E5-2699 v3, het topmodel van de nieuwe familie. En deze CPU heeft 18 cores en een enorme 45-megabyte cache, 50 procent meer cores en cache dan zijn voorganger. Naast een geavanceerd energiebeheer van de processor draagt ook de ondersteuning van het zuinigere DDR4-geheugen bij tot servers met een lager algeheel stroomverbruik. De instructieset uitbreiding AVX2 is ook nieuw. Het versnelt HPC-toepassingen in het bijzonder met 256-bits vectoren.

De nieuwe servers van Dell, Fujitsu, HP en Lenovo

Dual-socket servers zijn de werkpaarden in datacenters. Bijgevolg is dit segment ook belangrijk voor serverfabrikanten, die hun modellengamma’s haastig ombouwen naar het nieuwe Intel-platform. Dell, Fujitsu, HP en Lenovo, de zwaargewichten van de industrie, zijn de eersten die dat doen.

Bij Dell is het raak op 13, want de servers voor de Xeon V3-processoren met maximaal 18 kernen behoren al tot de dertiende generatie van de Poweredge-serie. Het omvat in eerste instantie de drie Poweredge R730xd, R730 en R630 rekservers, de “M630” bladeserver en de T630 torenserver. Volgens Dell zullen alle vijf nieuwe modellen worden gekenmerkt door een aanzienlijk vereenvoudigd serverbeheer. Een automatische zero-touch configuratie via profielen of met behulp van een speciale USB-stick maakt het instellen van de servers veel eenvoudiger. Aangezien de servers zijn uitgerust met NFC, kunnen ze ook gemakkelijk via een smartphone worden geconfigureerd en geïnventariseerd. Ook nieuw is de NVMe-interface voor PCI Express SSD’s, die aanzienlijk hogere prestaties leveren dan SAS- of SATA SSD’s. In combinatie met Dell Fluid Cache voor SAN en SanDisk DAS Cache zorgt dit voor een snellere verwerking van de benodigde gegevens.

Fujitsu lanceert vier Primergy-modellen met Xeon-E5-2600-v3-processoren en viert daarmee tegelijkertijd de twintigste verjaardag van de Primergy-serie. Het eerste model is de RX2540 M1 rekserver met twee hoogte-eenheden. Volgens Fujitsu is hij bijzonder zuinig en kan hij zelfs bij hogere omgevingstemperaturen veilig worden gebruikt, dankzij het Cool-save Advanced Thermal Design. De tweede Primergy-server met de nieuwe Intel CPU’s is de BX2560 M1 bladeserver. Daarnaast zijn er de Primergy CX2550 M1 en CX2570 M1 server nodes voor de Primergy CX400 M1 scale-out server. Alle modellen bieden plaats aan Xeon-processoren met maximaal 18 cores en hebben een RAM-geheugen van maximaal 768 gigabyte.

Pack heeft intussen de negende generatie Proliant-servers bereikt. Er komen maar liefst acht nieuwe servers voor Intel Xeon E5-2600 v3 op de markt. De Proliant Gen9-apparaten variëren van twee rackservers van één hoogte-eenheid, twee 2U-rackservers, de BL460c Gen9 bladeserver, de ML350 Gen9 tower, die ook in het rack kan worden gebruikt, tot twee rackservers voor de Apollo 6000 scale-out server en de Apollo 8000 watergekoelde supercomputer met maximaal 144 servers per rack. Processoren met 18 cores kunnen alleen worden gebruikt in de tower, de blade server en bij de DL380 Gen9 een van de rack servers.

Voor de andere modellen met een zeer compact ontwerp moet men genoegen nemen met minder cores in processormodellen met een lager stroomverbruik. De kleine servermodules voor de Apollo-servers hebben ook minder ruimte voor geheugen: de Proliant XL230a voor de Apollo 6000 heeft maximaal 512 gigabyte RAM, de XL730f maximaal 256 gigabyte DDR4, aangezien de heat pipes voor de koeling relatief veel ruimte in beslag nemen.

Lenovo neemt deel met drie denkservers: de RD550 en RD560 bedrijfsservers in rack-form factor met één en twee hoogte-eenheden, alsmede de TD350 4U tower bedoeld voor het MKB. Alle drie de modellen kunnen worden uitgerust met twee processors met elk 18 cores. De tower is slechts beperkt tot 512 gigabyte hoofdgeheugen, terwijl de moederborden van de twee rack-modellen maximaal 768 gigabyte DDR4 kunnen bevatten.

De nieuwe Lenovo-servers kunnen optioneel worden uitgerust met AnyRaid-adapters die geen PCI Express-slot in beslag nemen. Secure booting wordt mogelijk gemaakt door twee M.2 slots die kunnen worden bezet door enterprise SSD’s. Volgens Lenovo kunnen alle drie de servers zonder enige beperking continu worden gebruikt bij temperaturen tot 45 graden Celsius. De Thinkserver TD350 is naar verluidt ook zo stil dat hij ook in een kantooromgeving kan worden gebruikt.

Servers van kleinere fabrikanten en componenten voor integrators

Naast de grote spelers zullen ook kleinere fabrikanten binnenkort servers met de nieuwe Xeon-modellen in hun portfolio’s hebben. Wortmann, bijvoorbeeld, zal de servers van de 7000 serie vernieuwen. De nieuwe modellen zullen dan het achtervoegsel G2 dragen. Naast rack servers met één en twee hoogte-eenheden, zal er ook een tower zijn voor gebruik in de SMB-omgeving. Volgens Wortmann kan het tot begin december duren voordat de apparaten beschikbaar zijn.

Voor integrators zijn server barebones of mainboards met Intel C612 chipsets een goede keuze. Geschikte producten zijn bijvoorbeeld de X10-modellen van Supermicro, die verkrijgbaar zijn via Ingram Micro. Naast de X10 moederborden in verschillende vormfactoren, heeft Supermicro rack servers in 1U en 2U ontwerpen, blades en in de eigen twin architectuur in zijn portfolio. Maar andere moederbordfabrikanten zoals Asus of MSI hebben al dual-socket moederborden met C612 chipsets in hun assortiment: MSI het EATX bord MS-S0991 en Asus verschillende borden in verschillende vormfactoren, ook voor rackservers.