Pixel, een afkorting van picture element, is de kleinste eenheid in een grafisch display of digitaal beeld. Computerschermen zijn opgebouwd uit een raster van pixels. Elke pixel bestaat uit rode, blauwe en groene verlichtingselementen die in verschillende combinaties en intensiteiten worden gebruikt om miljoenen verschillende kleuren te maken.
Hoe werken pixels?
Pixels zijn het voertuig om binaire codegegevens om te zetten in een afbeelding op een scherm. Elke pixel in een RGB-monitor krijgt een stukje code dat vertelt hoe een bepaalde kleur moet worden weergegeven. Omdat elke pixel rode, groene en blauwe verlichtingselementen heeft, bestaat de code uit een triplet van achtcijferige getallen geschreven in binaire code. Dit vertelt elk van de drie kleurelementen met welke intensiteit ze moeten worden weergegeven, en wanneer alle drie de kleuren worden gecombineerd, geven ze de gewenste kleur weer. Elke pixel geeft één kleur weer en de kleuren samen vormen een afbeelding.
Resolutie versus pixeldichtheid
Wanneer we het hebben over beeld- of schermkwaliteit, wordt vaak de term resolutie gebruikt. Schermresolutie kan worden gedefinieerd als het aantal pixels op een scherm. Zo heeft een 13 inch Macbook Air een resolutie van 2560 x 1600, wat betekent dat het scherm uit ruim 4,000,000 pixels bestaat. Hoe hoger de resolutie, hoe hoger de beeldkwaliteit.
Hoewel de resolutie belangrijk is om te overwegen bij het meten van de schermkwaliteit, is het ook belangrijk om rekening te houden met de pixeldichtheid. Pixeldichtheid wordt gemeten in PPI (pixels per inch) of PPC (pixels per centimeter). Als je bijvoorbeeld naar een foto op een iPhone en op een filmscherm kijkt, beide met een resolutie van 1792 x 828, zal het iPhone-beeld een betere kwaliteit hebben omdat de PPI hoger is op het iPhone-scherm. Wanneer de afbeelding wordt uitvergroot op een filmscherm met dezelfde resolutie als de iPhone, wordt de afbeelding korrelig.