De IBM virtualisatie-oplossing voor mainframes, “z/VM”, zou voortaan beter moeten schalen. Versie 5.3 kan zelfs het grootste aantal virtuele images op een enkele hypervisor tot nu toe weergeven, zo laat de fabrikant weten. De technologie laat één computer eruit zien als vele.
Het product “z/VM” stelt gebruikers in staat vele virtuele Linux-servers op een enkel mainframe te draaien, hetzij samen met andere systemen onder z/OS, z/VSE en z/TPF, hetzij als een grootschalige Linux-only oplossing. De z/VM release, die naar verwachting in juni beschikbaar zal zijn, zou in staat zijn om meer dan duizend virtuele images te ondersteunen op een enkele kopie van z/VM.
Volgens de fabrikant kan de software worden gebruikt om het serverlandschap in het datacenter te consolideren, bijvoorbeeld om energie te besparen. Bovendien helpt de nieuwste z/VM-release klanten zich voor te bereiden op toekomstige groei in het datacenter door ook ondersteuning te bieden voor grotere configuraties van het hoofdgeheugen. Deze hebben eerder gediend om de noodzaak van meerdere kopieën van z/VM te verminderen of te elimineren.
Daarnaast is het de bedoeling dat de nieuwe software een grotere CPU-capaciteit zal bieden met ondersteuning voor maximaal 32 processoreenheden. Dit is een stijging met 33 procent ten opzichte van de vorige uitgave. In combinatie met Linux op System z biedt de software dus meer mogelijkheden om het bestaande hoofdgeheugen te benutten.
Meer beveiliging
Met de introductie van wachtwoordzinnen en een LDAP-server (Lightweight Directory Access Protocol) en bijbehorende client-services biedt Release 5.3 meer beveiliging dan voorheen op het gebied van gebruikersauthenticatie, autorisatie en auditing, aldus de provider. Bovendien wordt de bescherming verbeterd door gegevenscodering op basis van stations, een techniek die gebruikers kennen van de tape-encryptie-oplossing van IBM’s “Storage TS1120”-systeem.
Hulp bij het beheer
In combinatie met IBM’s eigen systeembeheertool “Tivoli Omegamon XE” kunnen problemen in de gevirtualiseerde computerwereld worden opgespoord, geïsoleerd en verholpen. Er wordt voorzien in overzichten en monitoring van workloads voor virtuele machines, groepen, responstijden en LPAR-rapportage.