WiFi 6 en 5G: op de draadloze snelweg

Onze wereld raakt steeds meer met elkaar verbonden, en moderne technologieën zijn een vanzelfsprekend onderdeel van ons dagelijks leven. Draadloze netwerken, met name 5G en WiFi 6, zorgen voor een revolutie in de netwerkwereld en openen een nieuw marktpotentieel dat nu eindelijk haalbaar wordt.

Stap je in de auto met je koffie voor onderweg, de route is al opgeslagen, en met een druk op de knop ben je vertrokken. De auto zet de richtingaanwijzer en voegt zich soepel bij het verkeer dat gestaag voortdendert. Geniet van de beenruimte, drink met plezier een kop koffie en kom onaangeroerd door de stress van de weg op kantoor aan: Dit is hoe autonoom rijden zou moeten voelen. Zelfrijdende auto’s zijn nog lang geen mainstream. Maar een deel van de technologie die daarvoor nodig is, namelijk 5G, komt geleidelijk in het dagelijks leven terecht.

Volgens deskundigen luidt de nieuwste standaard voor mobiele communicatie een nieuw tijdperk in, omdat 5G meer is dan “gewoon” snel internet op de smartphone. De technologie biedt enorme mogelijkheden voor diverse sectoren van de economie. In tegenstelling tot haar voorgangers LTE (4G) en UMTS (3G) kan de 5e generatie van mobiele communicatie veel flexibeler worden afgestemd op de behoeften van de gebruiker. Door de hogere datasnelheid, de lagere latentie en de storingsgevoeligheid vormt 5G de technische basis voor het internet der dingen.

Fabricage, bouw, stedelijk vervoer

Volgens de analisten van de studie “5G Action Plan Review for Europe” van Ericsson en Qualcomm kunnen de mogelijke toepassingen van 5G in vier clusters worden onderverdeeld: Slimme productie en logistiek, Slim platteland, Slim stad en Slimme openbare diensten. De deskundigen zien de grootste kansen voor Duitsland in Smart Production, d.w.z. het gebruik van 5G in fabrieken, havens, luchthavens of in de mijnbouw, en Smart Urban, dat de bouwsector, het openbaar vervoer en de automobielsector omvat.

En in 2021 zal 5G eindelijk geschikt zijn voor massaal gebruik. De hardware is reeds beschikbaar op de markt en elke recent gelanceerde smartphone ondersteunt reeds de nieuwste generatie. Wat echter nog ontbreekt, zijn de netwerken. Het instapscenario vereist immers een landelijke uitrol van 5G-masten. Sinds de veiling van de frequentiebanden in 2019 voor 6,5 miljard euro aan de vier providers Deutsche Telekom, Vodafone, Telefónica en 1 & 1 Drillisch, is er veel gebeurd. Volgens Vodafone is het de bedoeling om “een zo groot mogelijk deel van de bevolking” op het 5G-netwerk aan te sluiten. Aanvankelijk concentreerden de netwerkexploitanten zich op de grote steden en bouwden zij gesloten 5G-campusnetwerken voor bedrijven. Vorig jaar werd dit gevolgd door een uitbreiding naar het platteland. Volgens eigen gegevens domineert Deutsche Telekom met meer dan 50.000 5G-antennes (vanaf maart 2021), gevolgd door Vodafone met 7.000 (vanaf april 2021), en concurrent Telefónica telt 1.000 5G-antennes.

Kritisch punt: uitbreiding van openbare netwerken

Tot nu toe konden de voordelen van 5G echter alleen worden benut als de mobiele stations op het glasvezelnetwerk waren aangesloten. De uitrol van de glasvezelnetwerken loopt dan ook parallel op volle toeren. Bovendien is gegevensverwerking aan de rand van het netwerk essentieel, zodat er naast de extra vele zendmasten voor de lage latency die 5G belooft, ook om de 15 kilometer een datacentrum zou moeten komen. De 5G-netwerken tot nu toe zijn gebaseerd op niet-gestandaardiseerde technologie: de antenne heeft 5G, maar het kernnetwerk is een 4G-infrastructuur. Volgens gegevens van de Breedbandmonitor van het Bundesnetzagentur is LTE-radio op het netwerk van Telekom in 94 procent van Duitsland beschikbaar, Vodafone haalt 92 procent dekking en Telefónica 79 procent. Vodafone is nu samen met Ericsson de eerste provider die 5G standalone lanceert, wat betekent dat naast de antenne ook het kernnetwerk op een 5G-infrastructuur is aangesloten en dat ook de gegevensverwerking in het datacenter is omgebouwd naar 5G. Dit betekent dat 5G een ontwikkelingsstap verder is, zoals Sven Glüsing, hoofd netwerk- en beveiligingsoplossingen bij Bechtle, uitlegt: “De grootste uitdaging op het gebied van 5G ligt in de uitbreiding van de openbare netwerken en de omzetting naar 5G standalone, die uiteindelijk de basis vormen voor de integratie van realtime toepassingen.” Real-time toepassingen maken 5G volgens hem ook van belang voor klanten, omdat 5G, in tegenstelling tot zijn voorganger, niet alleen een netwerk biedt, maar ook een platform voor het leveren van diensten zoals virtual reality, real-time content en bulk data processing.

“In de komende jaren zullen steeds meer van onze klanten hun diensten via 5G aanbieden met edge computing en/of 5G gebruiken om hun panden aan te sluiten. Hier kunnen zeer voordelige real-time diensten zoals monitoring, onderhoud en informatieverstrekking aan werknemers worden gerealiseerd.” Voor Glüsing zal 5G zich ontwikkelen tot een communicatie- en dienstenplatform dat niet meer weg te denken is uit ons dagelijks leven.

Distributie met expertise

Terwijl de nieuwe standaard voor mobiele communicatie het hoofdthema is voor netwerkexploitanten, is de situatie anders voor eindgebruikers. Volgens de “Global Mobile Consumer Survey” van Deloitte ziet 51 procent van de Duitsers geen haast met de uitbreiding van 5G, en ook de kanaalspelers zijn nog voorzichtig.

Hoewel Glüsing een kans ziet in de mogelijkheid om een eigen 5G-campusnetwerk voor klanten te bouwen. De implementatie is echter behoorlijk moeilijk, zoals Guido Nickenig, Senior Director Pre-Sales & Marketing DACH bij Westcon, uitlegt: “Wie vandaag een 5G- of WiFi 6-project aanpakt, doet dat meestal omdat hij zeer grote aantallen gebruikers moet aansluiten of aan bijzonder hoge prestatie-eisen moet voldoen. Het gaat meestal om veeleisende high-end installaties met een hoge mate van innovatie, die ook een navenant grote deskundigheid van de systeemintegrator vereisen”. In deze gevallen kan de benodigde expertise vaak worden geleverd door de distributie.

De weg vrijmaken voor lokale 5G-toepassingen

De randvoorwaarden voor Duitslands eigen 5G-campusnetwerken zijn immers al geschapen, aangezien de regering al in 2019 een kwart van de frequenties heeft gereserveerd voor de industrie. Met de nieuwe frequentieregeling voor de reële tijd in maart 2021 heeft de Internationale Telecommunicatie-Unie (ITU) de 26 GHz-band (24,25 – 27,5 GHz) wereldwijd toegewezen voor mobiele communicatie. Hiermee wordt nu ook in Duitsland de weg vrijgemaakt voor lokale 5G-toepassingen, met name als aanvulling op bestaande openbare mobiele netwerken. Aanvragen voor lokale, breedbandige toepassingen kunnen sinds het begin van het jaar bij het Federaal Netwerkagentschap worden ingediend. Toch denkt Nickenig dat het kanaal in de nabije toekomst waarschijnlijk moeite zal hebben om een voet tussen de 5G-deur te krijgen, omdat slechts een kleine groep providers momenteel een licentie heeft voor overeenkomstige netwerkprojecten.

Belangrijker is dat het kanaal moet nadenken over hoe het met succes draadloze projecten kan aanbieden tegen 5G. Volgens de manager zijn er goede uitgangspunten: “De systeemhuizen moeten hun klanten duidelijk maken dat 5G weliswaar technisch zeer interessante mogelijkheden biedt, maar dat de controle over het netwerk altijd bij de provider blijft. Dit is een reëel probleem voor eindgebruikers, bijvoorbeeld met betrekking tot het aanbieden en op de markt brengen van draadloze diensten met toegevoegde waarde – en een zeer goede reden om te blijven vertrouwen op WLAN”. Stefan Haberland, Senior Consultant & Project Management bij Brainworks, deelt deze mening. WiFi 6 is nog belangrijker dan 5G, zegt hij. “Mobiele werkplekken zijn nu standaard in bedrijven, en puur bekabelde werkplekken worden steeds minder. En als notebooks niet volledig worden gebruikt, wordt het desktopsysteem meestal aangevuld met mobiele apparaten zoals tablets en dergelijke. Dit is echter niet haalbaar zonder een betrouwbare WLAN-infrastructuur.”

Dit is waar WiFi 6 kan helpen, omdat de nieuwe WLAN-standaard wordt geleverd met verbeterde MIMO-technologie. Door gebruik te maken van MIMO-OFDM (Orthogonal Frequency Division Multiplexing) zou er minder vertraging optreden bij de transmissie, en dankzij een fijnere splitsing van het signaal kan de doorvoer verviervoudigd worden. Naast snelheid moeten netwerken met een hoge frequentie ook stabieler worden en moeten datatransmissies over een grotere afstand mogelijk zijn. Dit biedt marktpotentieel voor het ICT-kanaal. Nickenig ziet de voordelen van de standaard als een deuropener voor verticale markten zoals scholen, ziekenhuizen en in de toekomst ook voor organisatoren van evenementen, stadions en andere omgevingen met een hoge gebruikersdichtheid.

Aanvullende informatie

Internet uit de ruimte?

Toen Elon Musk in november vorig jaar de bètaversie van Starlink op de Amerikaanse markt bracht, werd snel internet uit de ruimte ineens het gesprek van de dag. Toch is het idee van internet via satelliet allesbehalve nieuw en is het principe analoog aan dat van televisie: de gegevens worden ontvangen via een schotelantenne. Het voordeel: de satelliet doet het niet alleen zonder kabel, maar bereikt ook afgelegen gebieden zonder DSL en kabelinternet. Naast Starlink, de internetsatellietdienst van het ruimtevaartbedrijf SpaceX, zijn er met Eutelsat, OneWeb of SES Astra nog andere aanbieders van breedbanddiensten voor satellietinternet. Terwijl Musk al druk bezig is nog meer satellieten in een baan om de aarde te brengen, begint de EU pas met de planningsfase van haar eigen aanbod. In eerste instantie zullen Europese satellietfabrikanten en -exploitanten, alsmede aanbieders van telecommunicatiediensten, een jaar lang advies inwinnen en een haalbaarheidsstudie voorbereiden. Tot de betrokken ondernemingen behoren Airbus, Arianespace, Eutelsat, Hispasat, OHB, Orange, SES, Telespazio en Thales Alenia Space. De kosten voor de planningsfase alleen al bedragen 7,1 miljoen euro. Volgens Airbus is het doel niet alleen om een ander netwerk mogelijk te maken, het moet ook betrouwbaar, probleemloos en vooral veilig zijn.

In een volgende stap is de federale regering in maart ook begonnen met een hervorming van de frequentieverordening, die een rechtsgrondslag moet scheppen voor een netwerk vanuit de ruimte. Volgens bondsminister Andreas Scheuer moeten “met behulp van pseudosatellieten en megasatellietconstellaties radiokloven of een gebrek aan bandbreedte, zelfs in de verste uithoeken van ons land, binnenkort tot het verleden behoren”. Deze mega-satellietconstellaties bestaan uit talrijke satellieten in verschillende niet-geostationaire banen.

Waar gaat de reis heen?

Voordat de nieuwste draadloze technologieën zich op de markt kunnen vestigen, staan de volgende normen al in de coulissen te wachten: WiFi 6E en het 6G netwerk. Vanwege de vraag naar hoge datasnelheden wordt nu al gezocht naar oplossingen. Met 6G zullen nu ook frequentiebanden boven 100 GHz worden opengesteld. Duitsland loopt deze keer tenminste voor. De Duitse regering heeft al besloten het 6G-netwerk tot 2025 met ongeveer 700 miljoen euro te financieren. De EU heeft in januari ook een 6G-initiatief gelanceerd onder de naam “Hexa-X” en daarvoor ongeveer 900 miljoen euro beschikbaar gesteld. Uiteindelijk moet 6G tegen 2030 het 5G-netwerk vervangen, ook al komt dat laatste nu pas op de markt. Tegen die tijd zou je echt kunnen ontspannen en koffie drinken in een rijdende auto.