Wat is de temperatuur van de ruimte en wat is de temperatuur van de Zon. Waarom verwarmt de ster in het zonnestelsel de baan van de aarde niet?
De ruimte is de plaats van het onberekenbare. Alles is zo enorm dat het onmogelijk is voor te stellen. Processen spelen zich af over een tijdspanne die veel langer is dan de levensduur van ons mensen. De siderische afstanden doen de Aarde lijken op iets kleins en absoluut verwaarloosbaars.
De antwoorden op de vragen hoe koud de ruimte is en hoe heet de Zon hebben dezelfde moeilijkheidsgraad: vooral in het ene geval hebben we het over meeteenheden die veel te groot zijn. In de loop van ons bestaan met onze voeten stevig op de aarde geplant, zullen we nooit de kans krijgen om dergelijke extreme milieuomstandigheden te ervaren, die we niet zouden overleven.
Vandaar de moeilijkheid om zelfs maar te “begrijpen”.
In getallen: de temperatuur van de zon en de temperatuur van de ruimte
Dus hier zijn de getallen: de ster van ons zonnestelsel is een bol gas en vuur, met temperaturen van ongeveer 27 miljoen graden Fahrenheit in het centrum en 10.000 graden aan de oppervlakte. De ruimte is daarentegen erg koud: -455 graden Fahrenheit zodra je zo hoog boven de grond komt dat je kunt zeggen: “We zijn in een baan om de aarde”. Dezelfde hoeveelheden komen, in een meer vertrouwd systeem van temperatuurmeting, overeen met ongeveer 15 miljoen graden Celsius in het geval van het centrum van de zon, 5538 graden Celsius in het geval van het oppervlak van de zon, en -270 graden Celsius in het geval van de ruimte net buiten onze planeet.
Waarom is de ruimte zo koud ondanks de zon
De vraag rijst nu waarom de zon zo heet is en de ruimte zo koud. Het antwoord is dit: warmte reist in de vorm van straling, zelfs in de ruimte, en gaat van de heetste voorwerpen naar de koudste. Daartoe moeten de golven de moleculen waarmee zij in contact komen, opwekken. Maar pas op: de straling verwarmt alleen de moleculen en de materie die zich direct op haar pad bevinden.
De ruimte is daarentegen een vacuĆ¼m: dit betekent dat de gasmoleculen in de ruimte te gering in aantal zijn om regelmatig met elkaar in botsing te komen, waardoor de zon haar warmte niet via geleiding kan overdragen.
Een van de andere galactische verschijnselen die waarnemers van de hemel hebben gefascineerd, is dat van een reusachtige ruimtehand die tussen de sterren is waargenomen.
Giuseppe Giordano