Turritopsis nutricula is een piepkleine kwal die zichzelf kan verjongen en zijn biologische klok kan terugdraaien. Sommige exemplaren leven al meer dan 60 miljoen jaar.
De zoektocht naar onsterfelijkheid heeft geleerden, alchemisten en filosofen altijd gefascineerd, die door de eeuwen heen hebben geprobeerd het geheim van het eeuwige leven te ontdekken waar religie niet kan – en misschien ook niet wil – gaan. Is het op spiritueel niveau het geloof dat gelovigen naar een leven na de dood leidt, de wetenschap maakt haar modus operandi van rigoureuze observatie van de natuur, in een streven naar wat voor velen slechts een pijnlijke hersenschim is.
En toch is het de natuur zelf die ons het meest nabije voorbeeld geeft van ware fysieke onsterfelijkheid. En dan hebben we het niet over de reuzenspons, die tot 2000 jaar kan overleven, of de kronkelende Groenlandse haaien, die meer dan 500 jaar oud kunnen worden: in het dierenrijk is een van de merkwaardigste wezens die de diepten bewonen een piepklein wezen dat in staat is zichzelf te verjongen en zijn levenscyclus onbeperkt te vernieuwen.
In het bijzonder gaat het om een kleine kwal die bekend staat onder de wetenschappelijke naam Turritopsis nutricula. En die, niet verrassend, liefkozend bekend staat als de ‘onsterfelijke kwal’. Terwijl dieren zoals bijen zelfs met rechtstreeks ingrijpen van de mens moeten worden geconserveerd, kan deze unieke hydrozoön van de Oceaniidae dit met verbazingwekkende efficiëntie helemaal zelf doen, door de loop van zijn eigen biologische klok om te keren wanneer hij gewond raakt of verhongert. Dit betekent dat de ‘highlander’ kwallen potentieel eeuwig kunnen leven.
Hoewel zij slechts over enkele tientallen jaren documentatie over kwallen beschikken, geloven wetenschappers dat er momenteel exemplaren zijn die al meer dan 66 miljoen jaar in leven zijn. Door zijn geringe grootte kan Turritopsis echter gemakkelijk ten prooi vallen aan zeemoordenaars zoals haaien, grotere vissen en schildpadden, om nog maar te zwijgen van zijn neiging tot kannibalisme. Het lijkt dan ook vrij onwaarschijnlijk dat er exemplaren zijn die zo lang hebben kunnen overleven.
Het ongelooflijke regeneratieproces van deze kwal heeft in ieder geval een precieze biologische verklaring. Hoe enkelvoudig ook. Allereerst moet een volwassen kwal haar eitjes en zaadvocht in het water loslaten, zodat ze zich kunnen verenigen en bevruchten. Wanneer het eitje begint te groeien, verandert het in een kleine larve, planula genaamd, die reeds vrij kan zwemmen en die, wanneer zij zich eenmaal heeft ontwikkeld, zich van de wortel losmaakt tot een zelfstandig schepsel dat in staat is zich zelfstandig te voeden en te groeien. Pas op het einde bereikt ze de vorm van de volwassen kwal, die verder gaat om te paren en zich voort te planten met een ander exemplaar.
Gelukkig genoeg zijn we echter, in naam van het in het begin genoemde mateloze onderzoek, nog ver verwijderd van enige toepassing van deze buitengewone regeneratieve eigenschappen in de moderne geneeskunde. Veel van de redenen waarom we ouder worden, blijven in nevelen gehuld: door naar dit eenvoudige – maar niet simplistische – dier te kijken, kunnen we nu enkele van zijn genen controleren en begrijpen hoe ze zich gedragen.
Andrea Guerriero