Aan het einde van 2006 hebben Arcor en Telefónica een verzoek tot misbruikprocedure tegen Deutsche Telekom ingediend. De reden was de vertraging bij de levering van aansluitnetten (TAL). Dit heeft Deutsche Telekom ertoe gebracht haast te maken.
Alternatieve aanbieders van vaste netwerken en DSL hebben nu weer een duidelijk pad en kunnen hun klanten snel bedienen. In het telecommunicatienetwerk is de “laatste mijl” het gedeelte tussen de lokale centrale, die in handen is van Deutsche Telekom, en de aansluiting van de klant, die thans steeds meer door alternatieve aanbieders wordt bediend. Deutsche Telekom moet dus eerst de lijn leveren voordat de concurrentie zaken kan doen. Vorig jaar ontstonden hier herhaaldelijk lange wachttijden, zodat Arcor en Telefónica uiteindelijk een verzoek om een misbruikprocedure indienden bij het federale netwerkagentschap.
Dit is nu stopgezet. “Er was geen marktbelemmering en het was ook niet in ons belang om dit te doen”, aldus Timotheus Höttges, directielid van T-Home, Sales & Services. “We hebben aanzienlijke inspanningen geleverd en extra middelen geïnvesteerd om de last mile knelpunten die door de sterke vraag ontstonden, weg te werken.” De overboekte capaciteiten zijn nu weggewerkt, zei hij. Deutsche Telekom voldoet al sinds het begin van het jaar aan de 330.000 activeringen van het aansluitnet per maand die de regelgevende instantie eist.
Om het bestelproces transparanter te maken, heeft de ex-monopolist zich tegenover de Bundesnetzagentur ertoe verbonden uiterlijk vier weken na het einde van de maand een uitsplitsing van de marktontwikkeling te verstrekken. De autoriteit kan dan per concurrent de vraag naar planningsovereenkomsten, de overeengekomen leveringshoeveelheden, de werkelijk ontvangen bestelhoeveelheden en de omschakeling van de “last mile” zien. Op die manier zouden knelpunten als gevolg van een sterke vraag ook voor de regelgever in een vroeg stadium herkenbaar moeten zijn.