Prestatiebewaking met het Windows Admin Center

Met het Windows Admin Center biedt Microsoft een hulpmiddel waarvan het nut en de populariteit voortdurend toenemen. Met elke nieuwe versie integreert Microsoft meer functies, ook met betrekking tot het toezicht en de bewaking van servers.

Het Windows Admin Center is gratis beschikbaar. De noodzakelijke gateway kan niet alleen op Windows-servers worden geïnstalleerd, maar ook op werkstations met Windows 10. Het is daarom de moeite waard voor beheerders om de mogelijkheden van het instrument te bekijken. In verschillende artikelen hebben we dit handige hulpmiddel al onder de aandacht gebracht en tips gegeven over installatie en gebruik.

Met het Windows Admin Center kunnen ook de prestaties van servers worden gecontroleerd. Voor dit doel is bijvoorbeeld de nieuwe prestatiebewaking beschikbaar, maar ook de overzichtspagina na verbinding met een server geeft informatie over de prestatiegegevens van het systeem. Specifieke bewakingstaken kunnen worden uitgevoerd via het menupunt “Systeemgegevens”. Het systeem is iets complexer, omdat het ook voorspellingen kan doen over toekomstig gebruik en overeenkomstige acties kan uitvoeren.

Het gebruik van processen controleren

In het Windows Admin Centre kan, na verbinding te hebben gemaakt met een server, een overzicht van de lopende processen worden weergegeven via het menu-item “Processen”. De weergave komt overeen met de weergave in Taakbeheer op de server. Door op de kolom “CPU” te klikken, kunnen de processen worden gesorteerd op basis van het CPU-gebruik. Hetzelfde geldt wanneer u op “Memory” klikt. Met deze weergave en de twee kolommen kan het gebruik van het systeem al vrij efficiënt worden uitgesplitst.

De processen kunnen ook met een PowerShell-sessie worden gecontroleerd. Een PowerShell-sessie kan rechtstreeks in het Windows Admin Centre worden geopend door “PowerShell” te selecteren. Na authenticatie is een PowerShell-sessie beschikbaar op de server in de webbrowser. Om de processen te monitoren, kan bijvoorbeeld het CMDlet “Get-Process” worden gebruikt. Het sorteren op CPU-tijd gebeurt met het volgende CMDlet:

Get-Process |Sort-Object cpu -Descending

Meten processorgebruik en opslaan sjabloon

Om het gebruik van de processor te meten, kunt u het beste het menu-item “Performance Monitor” oproepen. Met “Blanco werkruimte” wordt een nieuwe werkruimte gecreëerd voor bewaking. Vervolgens wordt het object “Processor” geselecteerd met “Teller toevoegen”, idealiter worden alle processoren in het systeem geselecteerd als “Instantie”. Hier kunt u ook filteren op afzonderlijke kernen. Processortijd” is geactiveerd als de “Teller”.

Zorg ervoor dat de belasting van de processor over verschillende processen wordt verdeeld. Met “Graphy Type” kan een onderscheid worden gemaakt tussen een grafische weergave en een tabel. De processor mag slechts tot maximaal 70% worden gebruikt, idealiter aanzienlijk minder.

Parallel hieraan kunnen nog meer tellers worden toegevoegd, bijvoorbeeld “Bevoegdheidstijd (%)”. Dit toont de totale tijd in procenten die de processor nodig heeft om Windows kernel commando’s uit te voeren. Ook hier moeten de waarden niet te hoog zijn.

Ook belangrijk is “Processor: Gebruikerstijd (%)”. Deze waarde geeft het percentage van de totale tijd aan dat de processor nodig heeft om gebruikersprocessen uit te voeren. Dit kunnen bijvoorbeeld processen voor Microsoft SQL Server zijn.

Door middel van “System: Processor Queue Length”, of “Processor Queue Length”, kan worden gemeten hoeveel threads wachten op processortijd. Als de threads van een proces meer cycli nodig hebben dan er beschikbaar zijn, kunnen er problemen ontstaan. Als uit deze meting blijkt dat veel processen proberen processortijd in beslag te nemen, moeten snellere processors worden geïnstalleerd.

Als een individuele dashboardweergave is gemaakt, kan deze worden opgeslagen met “Opslaan” en vervolgens “Werkruimte opslaan als”, bijvoorbeeld met de naam “CPU-prestatieoverzicht”. In de toekomst zal deze workspace beschikbaar zijn na het starten van “Performance Counter” in het Windows Admin Center en kan direct worden gestart.

Wie de workspace ook op een andere server wil gebruiken, selecteert “SaveDownload Workspace”. Deze kan vervolgens worden geopend in de Performance Monitor op elke andere server via “Uploaden”.

Gebruik van geheugen opslaan als werkruimte

Op dezelfde manier waarop in het Windows Admin Centre een werkruimte kan worden aangemaakt voor het meten van de CPU-belasting, kunnen beheerders ook een meting uitvoeren voor het geheugen. Voor dit doel kan ook een nieuwe werkruimte worden gecreëerd. In deze werkruimte worden vervolgens de volgende tellers toegevoegd:

  • Geheugen: beschikbare bytes – De meting geeft aan hoeveel bytes geheugen er momenteel beschikbaar zijn. Lage waarden zijn een indicatie dat er te weinig geheugen in de server is geïnstalleerd.
  • Geheugen: Pagina’s/s – Geeft het aantal pagina’s aan dat van de schijf wordt gelezen of naar de schijf wordt geschreven. Hier geeft een hoge waarde aan dat de geheugenaanvragen worden uitgewisseld naar de harde schijf. De waarde moet daarom zo laag mogelijk zijn. Bovendien kan de teller “Paginafout/s” worden gecontroleerd. Het laat zien of de activiteit van de gegevensdrager wordt veroorzaakt door defecte pagina’s.