Voor ongeveer 44 miljoen euro verkoopt Q.beyond zijn colocatiedochter IP Exchange aan de Nederlandse datacenteroperator NorthC Group. De in Keulen gevestigde ICT-dienstverlener neemt daarmee afscheid van de colocatiemarkt. NorthC Group breidt met de aankoop uit naar de Duitse markt.
Al in mei van dit jaar kondigde Q.beyond aan dat het zijn colocatie-activiteiten zou afstoten. De eerste stap werd gezet met de verkoop van het filiaal IP Colocation aan Datev in augustus van dit jaar. Nu trekt de in Keulen gevestigde ICT-dienstverlener zich volledig terug uit de colocatiemarkt en neemt afscheid van dochterbedrijf IP Exchange, dat de datacenters in München en Neurenberg exploiteert.
Voor zo’n 44 miljoen euro gaat IP Exchange nu naar NorthC Group Deutschland, een bedrijf van de Nederlandse datacenterexploitant NorthC Group, dat met de aankoop uitbreidt op de Duitse markt. NorthC Group exploiteert momenteel tien datacenters in Nederland, waaronder in Amsterdam, Utrecht en Eindhoven. Met de verkoop van IP Exchange volgt Q.beyond zijn “2020plus” groeistrategie. Een belangrijk onderdeel van deze strategie zijn overnames, waarmee het in het Rijnland gevestigde bedrijf zijn productportfolio wil aanvullen, zijn branchespectrum wil verbreden en zijn technologische expertise wil uitbreiden.
De in Keulen gevestigde ICT-dienstverlener heeft het merendeel van zijn colocatie- en hostingactiviteiten sinds 1 januari 2021 gebundeld in dochteronderneming IP Exchange. De investeringsintensieve colocatie-activiteit behoorde al enige tijd niet tot de strategische focus van Q.beyond. Daarom zijn sinds het voorjaar van 2021 verschillende opties voor dit gebied ontwikkeld en onderzocht. Volgens bestuurslid Jürgen Hermann stelt de verkoop de ICT-dienstverlener nu in staat zich te richten op zijn kernactiviteiten cloud, SAP en IoT. “Met de verkoop verminderen we de complexiteit, vergroten we onze speelruimte en verscherpen we onze positionering”, legt Hermann uit. De datacenters op de locatie in Hamburg, waar Q.beyond de managed services-activiteiten bundelt en private cloud-oplossingen biedt, blijven deel uitmaken van de kernactiviteiten.
Focus op werkplekactiviteiten
De colocatie-activiteiten genereerden volgens Q.beyond ongeveer vijf miljoen euro aan inkomsten per kwartaal. Met de verkoop verwacht het bedrijf nu voor de transactie gecorrigeerde inkomsten van 155 tot 165 miljoen euro (voorheen 160 tot 170 miljoen euro). Na een eerste evaluatie van de deconsolidatie-effecten verwacht het bedrijf een EBITDA van ten minste 27 miljoen euro voor het boekjaar 2021 (in plaats van acht tot 13 miljoen euro zoals voorheen). Rekening houdend met transactiekosten en belastingen verhoogt het bedrijf zijn prognose voor de vrije kasstroom voor het boekjaar 2021 tot ten minste 33 miljoen euro (voorheen -2 tot +3 miljoen euro), net als na de verkoop van de IP-colocatie.
De verkoop van de volledige colocatie-activiteit, die volgens het bedrijf een jaarlijkse omzet van ongeveer 20 miljoen euro genereert, beïnvloedt het omzetcijfer voor 2022 dat werd vermeld in het kader van zijn “2020plus”-groeistrategie. Q.beyond streeft nu naar een EBITDA-marge van meer dan tien procent en een duurzaam positieve vrije kasstroom in het komende jaar met een omzet van 180 miljoen euro. CEO Hermann benadrukt: “Onze doelstellingen blijven ambitieus. Ik ga er ook van uit dat we het verlies van de colocatie-activiteiten zullen compenseren door strategisch geschikte overnames.” In juni van dit jaar breidde de ICT-dienstverlener zijn expertise op het gebied van digitale werkplekken al uit door de overname van Microsoft-partner Datac. In de komende maanden zal het bedrijf prioriteit geven aan overnames van geschikte technologiebedrijven met een jaaromzet tot 30 miljoen euro en een duurzaam winstgevend bedrijfsmodel.