Lage bewijslast bij beschuldigingen van filesharing voor privégebruikers

Als film filesharing netwerken via een privé IP-adres zouden worden gebruikt, heeft de eigenaar van de aansluiting geen al te hoge bewijslast als hij de inbreuk ontkent. Het Bundesgerichtshof (BGH) heeft echter bepaald wat hij desondanks moet bewijzen.

In de onderhavige zaak (zaaknummer: I ZR 154/15) zou een film veertien keer via het filesharingplatform “Bittorent” aan andere gebruikers ter beschikking zijn gesteld. De IP-adressen die daarbij werden vastgesteld, werden toegewezen aan de internetverbinding van de verweerder. De verdachte ontkende echter dat hij de dader was. Hij was op de bewuste tijdstippen niet thuis geweest. Hij wees er ook op dat zijn vrouw de internetverbinding deelde. Bovendien had de gebruikte router een beveiligingslek, zodat derden ongeoorloofde toegang tot de WLAN-verbinding hadden kunnen krijgen.

Dit is onredelijk

Het Bundesgerichtshof heeft de vorderingen van de rechthebbende tot onder meer betaling van waarschuwingskosten en schadevergoeding afgewezen. Uitgebreide onderzoeken van de verdachte of zijn vrouw de dader zou kunnen zijn, waren onredelijk. De bescherming van huwelijk en gezin ging hier voor en verhinderde bijvoorbeeld de documentatie van internetgebruik door gezinsleden. Tegen deze achtergrond kon ook niet worden geëist dat de pc van een echtgenoot werd onderzocht op software voor het delen van bestanden.

Daarnaast had de beklaagde verklaard dat er geen software voor het delen van bestanden stond op de notebook die hij tijdens zijn afwezigheid van het werk had gebruikt. Ook de verklaring van de echtgenote dat zij de inbreuken niet had gepleegd, kon niet worden weerlegd.

“Dit is een nieuwe overwinning en een mijlpaal in de strijd tegen massale stakingsbrieven in filesharingzaken”, aldus de Keulse media-advocaat Christian Solmecke, die de zaak namens de gedaagde helemaal tot aan het Bundesgerichtshof bracht.

Hier kunt u het volledige vonnis lezen (PDF).