Als Exchange niet meer goed functioneert, helpen verschillende procedures om het probleem zo snel mogelijk te isoleren en op te lossen. Onderzoek op het internet is daarbij het belangrijkste hulpmiddel. We geven 10 tips voor het snel isoleren van fouten en het mogelijk oplossen van problemen.
Tip 1: Los problemen tijdens de installatie op met logbestand
Als de installatie of de update naar een nieuwe cumulatieve update van Exchange niet werkt, moet de eerste blik altijd in het logbestand “ExchangeSetup.log” in de directory “C:ExchangeSetupLogs”.
Het bestand kan ook tijdens een installatie worden opgevraagd, bijvoorbeeld als de installatie veel tijd in beslag neemt en u vermoedt dat deze vastloopt. Door het bestand tijdens de installatie regelmatig te openen, kan de voortgang van de installatie worden gecontroleerd. Als Exchange 2019 op een core server is geïnstalleerd, kan het logbestand ook worden opgeroepen met “Notepad exchangesetup.log”. U moet echter eerst naar de directory “C:ExchangeSetupLogs” gaan.
Als er fouten in het bestand worden ontdekt, zijn deze vermeldingen een goede basis voor onderzoek op het Internet. In veel gevallen kunnen installatieproblemen op deze manier snel worden opgelost, omdat met de exacte foutmelding vaak snel een oplossing op internet kan worden gevonden.
Tip 2: Controleer systeemservices
Als Exchange wel is geïnstalleerd maar delen van het systeem niet werken, kan het zijn dat de Exchange-systeemservices niet zijn gestart of niet zijn afgesloten. Dit wordt gelogd in de event viewer, maar kan ook worden gecontroleerd in het systeemdienstenbeheer. Daartoe wordt “services.msc” opgeroepen. Klik op “Naam” om de weergave te sorteren. Alle Exchange-services starten met “Microsoft Exchange”.
Door op “Type starten” te klikken, worden de services gesorteerd op basis van het starttype. Alle diensten met het starttype “Automatisch” moeten ook hier gestart worden. Als services niet zijn gestart, kunnen ze worden gestart via het contextmenu. Een van de belangrijkste systeemdiensten is “Microsoft Exchange Information Store”. Het maakt de Exchange databases beschikbaar. Als deze niet is opgestart, is de werking van Exchange slechts zeer beperkt mogelijk.
In PowerShell kan de query worden gecontroleerd met “get-service *msexchange*”. Om de services direct te starten, kan het resultaat worden doorgegeven aan “start-service”:
De services die al zijn gestart blijven gestart, de andere worden door het commando gestart, tenminste als dit mogelijk is.
Tip 3: Controleer de event viewer op vermeldingen
Als er iets niet werkt op Windows servers, ook met betrekking tot Exchange, moet u altijd een kijkje nemen in de event viewer. De snelste manier om het te starten is met “eventvwr.msc”. Naast het “toepassings”-logboek speelt ook het “systeem”-logboek een belangrijke rol. Exchange logt voornamelijk in “Application”, Windows logt zijn fouten in “System”. U kunt op fouten filteren via het contextmenu van de logboeken.
In sommige gevallen zijn fouten aan elkaar gerelateerd. Het is de moeite waard na te gaan of bepaalde fouten zich op hetzelfde moment in verschillende logboeken hebben voorgedaan. Met behulp van de berichten en een zoekactie op Internet kunnen veel fouten op deze manier worden gecorrigeerd. Daartoe moet de zoekterm zo smal mogelijk worden ingesteld. Het helpt ook altijd om de bron en de ID te gebruiken. Een goede bron voor het zoeken is de website http://eventid.net.
Tip 4: Database offline defragmenteren
Als een Exchange-database niet meer opstart, kan het helpen om deze offline te defragmenteren. Het gereedschap “eseutil” wordt hiervoor gebruikt. Tijdens het proces wordt de database verkleind en worden fouten verwijderd. Let op: het proces kan enkele uren duren. Als de database niet beschikbaar is, kan de reparatie worden gestart met het volgende commando:
Tip 5: Controleer naamresolutie
Naamresolutie speelt ook een belangrijke rol voor Exchange. Hier moet “nslookup” worden gebruikt om te controleren of de domeincontrollers en de andere Exchange-servers in het netwerk kunnen worden bereikt. De namen zouden zonder foutmelding moeten worden opgelost. Als dit niet lukt, moeten de domeincontrollers en de IP-instellingen van de Exchange-servers, met name de DNS-instellingen, worden gecontroleerd. De instellingen voor de DNS lookup in de instellingen van de connectoren, vooral de zendconnectoren, zijn hier ook belangrijk. De instellingen in het Exchange Admin Center onder “Server” zijn op dit punt ook belangrijk. Het menu-item “DNS lookups” is te vinden in de serverinstellingen. Hier moet u controleren of de hier ingevoerde servers de namen correct omzetten.
Tip 6: Controleer de berichtenstroom
Als e-mails niet worden afgeleverd, moet u de instellingen voor de berichtenstroom controleren in het Exchange Admin Centre. Hier spelen de geaccepteerde domeinen en de instellingen van de afzonderlijke ontvangst- en verzendconnectoren een belangrijke rol.
Tip 7: Active Directory controleren
Als Exchange niet goed werkt, zijn er vaak problemen in Active Directory. Daarom moet op de domeincontrollers van de site worden gecontroleerd of zij optimaal functioneren. Het belangrijkste gereedschap dat hier wordt gebruikt is “dcdiag”. Het gereedschap wordt gestart in de opdrachtregel. De replicatie van de domeincontrollers met “repadmin /showreps” moet ook in de diagnose worden opgenomen. Daarnaast is er natuurlijk weer de controle van de gebeurtenisweergaven op de domeincontrollers.
Tip 8: Houd de transactielogboeken bij
De transactielogboeken van de mailboxdatabases groeien in de loop der tijd. Door een back-up uit te voeren, verwijdert het back-upprogramma de transactielogboeken die niet langer nodig zijn. Geen enkel logboek mag ooit handmatig worden verwijderd. Door het groeiende aantal transactielogboeken kan het gebeuren dat de opslagruimte niet meer toereikend is. Als de transactielogboeken te veel groeien, moet worden nagegaan waarom dit het geval is. Het is belangrijk om regelmatig een volledige backup te maken van de databases, waarmee transactielogs die niet langer nodig zijn, worden verwijderd. Dit kan ook met on-board tools in Windows Server 2016/2019.
Tip 9: Krijg overzicht met gratis tools
Extra tools kunnen worden gebruikt om informatie over de Exchange-omgeving te verkrijgen en problemen op te lossen. Enkele belangrijke tools zijn bijvoorbeeld DigiCert, de Exchange Server SMTPDiag tool, de Exchange Reporter en de Exchange Monitor of het PowerShell script “Generate Exchange Environment Reports using Powershell” of het Microsoft script “Modern Exchange Environment Report with Health Checks” en ManageEngines Exchange Health Monitor 3.0.
DigiCert controleert de geldigheid van het certificaat. Het hulpprogramma SMTPDiag van Exchange Server is een belangrijk diagnostisch hulpmiddel voor de e-mailstroom. Exchange Reporter daarentegen, dat wordt aangestuurd door een Windows-taak, kan op regelmatige tijdstippen een rapport per e-mail sturen naar beheerders, openbare mappen of een groep.
De ontwikkelaar van Exchange Reporter biedt een ander bewakingshulpmiddel voor Exchange, Exchange Monitor, dat ook SMS’jes kan versturen in geval van problemen. De focus van het PowerShell script is niet rapporten over server gebruik, maar de status van de server. Exchange Monitor werkt vergelijkbaar met Exchange Reporter.
Een andere mogelijkheid voor het uitlezen van informatie is het PowerShell script Generate Exchange Environment Reports using Powershell uit de TechNet Gallery.
Daarnaast is ook het script Modern Exchange Environment Report with Health Checks te vinden in Microsoft TechNet.
Als het gaat om gratis monitoring van Exchange, speelt ManageEngine Exchange Health Monitor 3.0 echter ook een belangrijke rol.
Tip 10: Prestatieproblemen identificeren
Als Exchange niet meer naar behoren werkt, moet u het gedeelte “Processen” van Taakbeheer controleren om te zien of afzonderlijke services de server te veel belasten. Nadere informatie is te vinden onder “Prestaties”. In sommige gevallen kan een herstart van de server helpen. Voor uitgebreide monitoring wordt de prestatiemonitoring van de server gebruikt.